Vijf Koninklijke Onderscheidingen bij TU Delft

- EN- NL

Paul Althuis, voormalig directeur Innovation & Impact Centre (I&IC) werd in Delft benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau voor zijn buitengewoon leiderschap en inspiratie op het gebied van innovatie en ondernemerschap.

Paul Althuis was sinds 2006 directeur van het voormalig Valorisation Centre, tegenwoordig Innovation & Impact Centre genaamd, waarin inmiddels 150FTE werkzaam is. Althuis stond aan de wieg van de Delftse valorisatiewerkzaamheden. Onder zijn leiderschap zijn er allerlei vernieuwende programma’s opgezet om innovatie aan te jagen. TU Delft Campus groeide uit tot een toekomstgericht innovatie-ecosysteem. Meer dan 250 nationale en internationale bedrijven hebben zich er inmiddels gevestigd, een deel in de gebouwen voor technische startups and scale-ups: YES!Delft, YES!Delft Labs em NEXT Delft. Delft komt dan ook geregeld in onderzoek naar voren als beste plek in Nederland voor ondernemerschap.

Althuis is als geen ander in staat om zijn passie voor het realiseren van innovatie in de maatschappij over te dragen op anderen. Voor zijn medewerkers was hij zo stimulerend en motiverend dat er inmiddels gesproken wordt van "uit de school van Paul komen". Daarmee wordt gedoeld op zijn persoonlijke stijl en besluitvaardigheid en zijn drive om nieuwe initiatieven te ondersteunen en talent een kans te geven.

Paul Althuis studeerde sociale geografie aan de Radboud Universiteit. Hij is sinds 1981 verbonden aan TU Delft. Jarenlang werkte hij als projectcoördinator en later directeur bij CICAT, het managementbureau voor internationale TU-projecten. Na bijna 20 jaar leiding te hebben gegeven aan de Delftse valorisatie-activiteiten, blijft hij ook na zijn pensionering als directeur van de holding TU Delft Services en van Delft Enterprises betrokken bij Delftse innovatie en ondernemersschap.

Professor Frances Brazier, hoogleraar systeemkunde bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) werd in Nieuwkoop benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Daarmee wordt zij geëerd voor haar grote wetenschappelijke carričre en haar inzet voor de emancipatie van vrouwen in de informaticaen ingenieurswereld.

Professor Brazier is een pionier op het gebied van kunstmatige intelligentie. Ze heeft aan de wieg gestaan van het onderzoek naar softwareagenten, stukjes software die zelfstandig beslissingen kunnen nemen en die gebruikt worden voor het ontwikkelen van grootschalige internetapplicaties. Toepassingen van systemen waaraan zij gewerkt heeft zijn automatische veilingsystemen voor elektriciteitsmarkten en applicaties die het makkelijker maken om duurzame zonen windenergie in lokale energiegemeenschappen met elkaar te delen. Meer recent richt zij zich op hoe de mens beter gebruik kan maken van technische systemen, bijvoorbeeld door hen meer verantwoordelijkheid te geven over de systemen die hun leven beďnvloeden, zoals de woonomgeving of energievoorziening.

Brazier zet zich onvermoeibaar in voor de emancipatie van vrouwen in de informaticaen ingeieurswereld. Dat doet ze in formele rollen als voorzitter van het Landelijk Netwerk van Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) en voorzitter van Delft Women In Science (DEWIS), maar ook door rolmodel, coach en mentor te zijn voor een groot aantal vrouwelijke wetenschappers in de technische wetenschappen.

Professor Brazier studeerde wiskunde, informatica en cognitieve psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, waar ze in 1983 afstudeerde en in 1991 promoveerde op haar proefschrift ’Design and evaluation of a user interface for information retrieval’. Ze bleef verbonden aan de VU, waar ze in 2000 hoogleraar intelligent interactive distributed systems werd. In 2009 kwam ze naar TU Delft, waar ze de leerstoel van systems engineering foundations bekleedt.

Professor DirkJan Veeger, hoogleraar BioMechanical Engineering aan de faculteit Mechanical Engineering (ME) werd in Warmond benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau voor zijn onderzoek op het grensvlak van de (sport)biomechanica en revalidatie.

Professor Veeger’s onderzoek begeeft zich op het grensvlak van (sport)biomechanica en revalidatie, met de nadruk op activiteiten waarbij handen schouderbewegingen nodig zijn. Zijn onderzoek naar manuele rolstoelaandrijving is toonaangevend. Hij zette zijn kennis onder meer in om Nederlands paralympische rolstoelatleten sporters zo goed mogelijk te laten presteren. Veeger was medeoprichter van de International Shoulder Group (ISG) en organisator van het tweejaarlijkse ISG-congres. Door zijn continue inzet is het ISG al meer dan 25 jaar de toonaangevende internationale expertisegroep op het gebied van biomechanica van de arm, en Nederland een vooraanstaand centrum voor onderzoek naar schouderbiomechanica.

DirkJan Veeger is een bruggenbouwer, die mensen vanuit verschillende disciplines samenbrengt en zich gepassioneerd inzet voor het toepasbaar maken van de wetenschap in de kliniek. Hij kan als geen ander op een begrijpelijke en inspirerende manier de biomechanica overbrengen aan artsen. Daarnaast heeft hij ook een groot hart voor onderwijs en betrekt studenten altijd bij zijn onderzoek door onder meer afstudeerprojecten te creëren. Onder zijn leiding als onderwijsdirecteur maakte het onderwijsprogramma bewegingswetenschappen (VU) een flinke kwaliteitsslag. Als mentor voor studenten en medewerkers draagt hij bij aan de vorming van een nieuwe generatie professionals en wetenschappers.

Veeger studeerde bewegingswetenschappen aan de VU Amsterdam, waar hij in 1992 promoveerde op de biomechanica van rolstoelrijden. Tussen 2009 en 2020 was hij hoogleraar biomechanics en sport engineering aan de VU. Sinds 2009 is hij tevens verbonden aan de TU Delft als hoogleraar in de mechanica van het bewegingsapparaat. Van 2014 tot 2022 leidde hij daar de afdeling Biomechanical Engineering.

Professor Sabine Roeser, hoogleraar Values, Technology and Innovation aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) werd in Voorschoten benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw voor haar wetenschappelijke en maatschappelijke werk op het gebied van ethiek.

Professor Roeser richt zich in haar onderzoek op risico’s, intuďties, emoties en kunst. Haar onderzoek kan nieuw licht werpen op fel bediscussieerde publieke thema’s, zoals kernenergie, klimaatverandering en volksgezondheidskwesties. Wereldwijd is ze bekend als onderzoeker die vanuit de ethiek laat zien dat emoties ten aanzien van technologische en andere risico’s niet irrationeel zijn maar vaak voortkomen uit rationele en juiste overwegingen en een plaats behoren te krijgen in het debat. De impact van haar werk wordt naast haar talrijke wetenschappelijke prestaties ook duidelijk in haar vele maatschappelijke rollen. Zij was en is lid van verschillende adviesraden, zoals de Beraadsgroep van de Gezondheidsraad, de adviescommissie over kernenergie van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, en lid van de adviesraad van COVRA/OPERA.

Sabine Roeser heeft ook een grote bijdrage geleverd aan integriteit binnen TU Delft. Als Integrity Officer en voorzitter van de Integrity Board nam ze in 2018 het voortouw bij het ontwerpen van een nieuw integriteitsbeleid voor de universiteit. Sabine Roeser is verder betrokken bij het loopbaanbeleid voor jonge wetenschappers en zet zich daarnaast in voor het bevorderen van meer vrouwen in de wetenschap. Met haar tomeloze inzet en energie is ze een inspirerend leider en rolmodel voor velen.

Sabine Roeser studeerde politieke wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam (UVA) en promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam (UVA) op haar proefschrift ’Ethical intuitions and emotions: a philosophical study’. Zij is sinds 2001 verbonden aan de TU Delft, waar ze in 2012 benoemd werd tot hoogleraar ethiek. Sinds 2021 is zij voorzitter van de afdeling Values, Technology and Innovation (TBM).

Professor Serge Hoogendoorn, Distinguished Professor Smart Urban Mobility aan de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG), werd in Rotterdam benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Professor Hoogendoorn is een internationale toponderzoeker op het terrein van verkeersdynamiek en de implicaties daarvan voor stedelijke mobiliteit. Zijn baanbrekende onderzoek, waarvoor hij modellen en simulatietechnieken ontwikkelt, gaat over fundamentele aspecten van verkeersstromen. Hoe ontstaan en verspreiden bijvoorbeeld verkeersopstopping zich? Ook is hij een expert op het gebied van crowd dynamics and crowd management en wordt daarom gevraagd als adviseur op grote evenementen zoals SAIL, Koningsdag in Amsterdam, Europride en Mysteryland. In Saudi Arabië adviseerde hij over een masterplan voor crowd management in Mecca, Medina en Mashaer.

Hij is een pionier in nieuwe onderzoeksthema’s en gaat voorop in het verbinden van disciplines bij TU Delft. Op eigen initiatief startte hij het Transport & Mobility Institute waarbinnen onderzoekers van over bijna de hele TU Delft samenwerken. Hij is een initiator met een onvermoeibare inzet. Tijdens de coronapandemie wist hij bijvoorbeeld direct wetenschappelijk onderzoek om te zetten in een outdooren indoor-mobility dashboard voor de inschatting van besmettingsrisico’s. Dat dashboard was niet alleen bruikbaar voor TU Delft, maar ook voor onder meer gemeentes en de Nederlandse Spoorwegen.

Hoogendoorn studeerde wiskunde aan de TU Delft, waar hij in 1999 promoveerde op zijn onderzoek naar een nieuwe ’multi-class’-verkeersstroomtheorie. In 2006 werd hij hoogleraar Verkeer, Operations and Management bij CiTG, waar hij sinds 2018 voorzitter is van de afdeling Transport en Planning. In 2016 werd hij benoemd tot Distinguished Professor bij TU Delft, een rol die is voorbehouden aan hoogleraren die op hun vakgebied een belangrijke voorbeelden boegbeeldfunctie vervullen binnen en buiten de universiteit.