Reactie College van Bestuur
Het College van Bestuur vindt de functie van Cursor als universiteitsmagazine zeer belangrijk en hecht sterk aan de journalistiek onafhankelijke werkwijze. We hebben daarom vanaf oktober samen met de redactie en de interim hoofdredacteur de nodige stappen gezet naar de toekomst. De hoofdredacteur is vergevorderd met een toekomstplan en er is gewerkt aan wederzijds herstel van vertrouwen. We gaan ervan uit dat we, met de positieve weg die we zijn ingeslagen, komen tot een structureel verbeterde en toekomstbestendige Cursor.Het College van Bestuur heeft het rapport van de onafhankelijke commissie onregelmatigheden met veel interesse bestudeerd en heeft veel waardering voor het werk van de commissie. We verwelkomen de aanbevelingen, die een steun in de rug zijn voor de weg die we al even zijn ingeslagen met Cursor. Daarnaast zijn we tevreden met de constatering van de commissie dat er geen stelselmatige censuur was of onevenredige bemoeienis met het redactionele werk van Cursor.
Het werk van de commissie raakt ook het aspect sociale veiligheid. We hebben hierop de afgelopen jaren als TU/e al vele stappen gezet, en we blijven werken aan verbetering. Het is een proces van learning by doing. In dat kader betreuren we dat redactieleden van Cursor het gevoel hebben gehad dat ze niet goed hun werk konden doen. Dat hebben we ons onvoldoende gerealiseerd. We hopen dat de ingezette verbeteringen rond Cursor ervoor zorgen dat de redactieleden weer op een prettige manier hun werk kunnen doen. Ook gaan we ervan uit dat de continue inzet van velen in deze organisatie op gebied van integriteit en sociale veiligheid ertoe leidt dat de cultuur en voorzieningen steeds verder verbeteren.
Reactie van de Raad van Toezicht
Naar aanleiding van een melding van 26 juni 2023 heeft de Raad van Toezicht (RvT) "het Rapport van bevindingen en advies" d.d. 15 maart 2024 van de Commissie Melding Onregelmatigheden TU/e bestudeerd.De RvT wil allereerst de Commissie dankzeggen voor het zorgvuldig en gedegen werk met betrekking tot haar onderzoek en onderzoeksrapport.
Kort samengevat is procedureel relevant:
- Dat de Commissie een melding van een vermoeden van een misstand heeft ontvangen.
- Dat deze melding gaat over het (mogelijk) toepassen van censuur, doordat de TU/e artikelen afkomstig van de redactie van de online-universiteitskrant Cursor zou tegenhouden. De melder is lid van de redactie en heeft dit zelf ook ervaren.
- Dat de Commissie vervolgens een onderzoek is gestart en heeft gesproken met de melder, de leidinggevende(n), leden van het College van Bestuur (CvB) en met getuigen die bij de melding betrokken zijn. De Commissie heeft ook gesproken met twee deskundigen op het gebied van universiteitsmedia. Op basis van deze gesprekken en van de toegezonden documenten heeft de Commissie een goed beeld van de situatie gekregen. De Commissie heeft de bevindingen in een onderzoeksrapport verwoord. Op basis daarvan zijn door de Commissie conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan aan de Raad van Toezicht van de TU/e.
De belangrijkste conclusies uit het onderzoeksrapport zijn:
- De Commissie heeft geen (intentie tot) een onevenredige bemoeienis vooraf met het redactionele werk vastgesteld. Ook is er geen stelselmatige censuur vanuit de TU/e geconstateerd.. Er zijn de afgelopen jaren namelijk vele honderden artikelen verschenen en de wel geconstateerde, incidentele bemoeienis met het werk van de redactie kon de commissie niet als ’stelselmatige censuur’ aanmerken.
- Vanwege de situaties waar de TU/e zich wel heeft gemengd in het redactionele werk, maar vooral door een optelsom van diverse incidenten en nalatigheden, stelt de Commissie vast dat de hoofdredacteur en de redactie hebben ervaren dat zij niet langer hun journalistieke werk in onafhankelijkheid en vrijheid konden uitvoeren.
- De optelsom van diverse ongelukkige incidenten betrof onder meer de ervaren intimidatie van de toenmalige hoofdredacteur vanuit het College van Bestuur. Hierdoor heeft de redactie van Cursor de werksituatie als toenemend onveilig ervaren. Bovendien is het College van Bestuur door allerlei interventies steeds dichter op de huid van de redactie gaan zitten. Dit heeft het goed functioneren van de redactie gehinderd.
- Deze onwenselijke situatie heeft langere tijd gespeeld en er is niet tijdig ingegrepen. Daardoor zijn de eisen voor het onafhankelijke functioneren van Cursor onvoldoende in acht genomen en is er sprake geweest van tekortkomingen in goed werkgeverschap.
- De Commissie beoordeelt de in de melding beschreven situatie(s) in hun onderlinge samenhang als een onregelmatigheid en een misstand zoals in de Wet bescherming klokkenluiders is beschreven.
De RvT herkent (uit onderdeel van ook andere situaties) overigens een aantal aspecten uit het onderzoeksrapport. De RvT is na kennisname van dit eindrapport tot de conclusie gekomen dat zij zich kan vinden in de bevindingen en de conclusies van het onderzoeksrapport van de Commissie en omarmt deze dan ook. De door de Commissie gedane aanbevelingen acht de RvT zeer waardevol, worden dan ook onderschreven en vanaf heden zo veel als mogelijk meegenomen voor het toekomstig proces.
De RvT wil hierbij nog kort op twee specifieke aspecten ingaan.
1. Klacht met betrekking tot censuur bij Cursor:
De melding bij de Commissie gaat over het (mogelijk) toepassen van censuur, doordat de TU/e artikelen afkomstig van de redactie van de online-universiteitskrant Cursor zou tegenhouden. De melder is lid van de redactie en heeft dit zelf ook ervaren.
De RvT constateert allereerst dat de Commissie geen (intentie tot) een onevenredige bemoeienis vooraf met het redactionele werk heeft vastgesteld. Ook is er door de Commissie geen stelselmatige censuur vanuit de TU/e geconstateerd. Kortom de Commissie heeft met betrekking tot de melding uitdrukkelijk en gemotiveerd vastgesteld dat er geen sprake is geweest van stelselmatige censuur bij Cursor.
De RvT betreurt het zeer dat de Commissie in haar onderzoeksrapport concludeert - mede vanwege o.a. het feit dat de toenmalige hoofdredacteur zich geďntimideerd voelde, daardoor bij de redactie een gevoel van onveiligheid ontstond en hierbij niet tijdig werd ingegrepen - dat er (destijds) bij Cursor een werksituatie is ontstaan die als toenemend onveilig door de redactie van Cursor werd ervaren.
De RvT erkent dat er een aantal ongelukkige incidenten/nalatigheden met betrekking tot Cursor hebben plaatsgevonden. Hierover heeft de RvT met het CvB gesproken. Verder heeft de RvT eveneens met de nieuwe interim-hoofdredacteur gesproken. De RvT komt tot de conclusie dat inmiddels een situatie is ontstaan van verbeterde en genormaliseerde verhoudingen tussen het CvB en de interimhoofdredacteur. De RvT heeft de indruk dat met de komst van de nieuwe interim-hoofdredacteur de relatie met het CvB weer is hersteld en er hard gewerkt wordt om het ontstane gevoel van sociale onveiligheid zowel bij de redactie als bij de TU/e in zijn algemeenheid weg te nemen.
De RvT constateert echter uit het gesprek met de interim-hoofdredacteur ook dat momenteel bij de redactie het wantrouwen nog niet geheel is verdwenen en dat het nog de nodige tijd zal vergen om dit wantrouwen langzaam weg te nemen, in de zin dat het verleden langzaam wordt losgelaten en dat er voor de toekomst gewerkt gaat worden aan het herstel van goede verhoudingen.
De TU/e is een lerende organisatie en de interim-hoofdredacteur heeft aangeven dat er inmiddels door hem een aantal stappen en acties worden ondernomen om het nog bestaande wantrouwen langzaam weg te nemen.
De weg uit de ontstane vertrouwenscrisis loopt hierbij langs de lijn van de inhoud: een nieuwe redactionele visie en een nieuwe formule voor Cursor vormt de basis. Hiervoor is het "Verbeterplan Cursor 2024" opgesteld. Daar hoort ook een gemoderniseerd statuut en een nieuwe redactieraad bij. Het fundament hiervoor is gevormd door talloze gesprekken, overleggen, documenten en een heisessie met de redactie.
Deze acties en stappen zijn in de lijn van de conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport van de Commissie, waarbij daarnaast de aanbevelingen van de Commissie hierbij door de RvT als zeer waardevol en bruikbaar worden aangemerkt om stapsgewijs te komen tot een nieuw toekomstperspectief.
2. Sociale veiligheid
De TU/e is zoals aangegeven een lerende organisatie. M.b.t. tot sociale veiligheid in algemene zin binnen de TU/e herkent de RvT de zorg voor de sociale veiligheid. Binnen de TU/e zijn inmiddels de nodige initiatieven genomen voor de versterking van de veilige studieen werkcultuur binnen de Universiteit, hetgeen zal moeten leiden tot een meer coherente, herkenbare en toegankelijke organisatie en procesgang rondom sociale veiligheid. De RvT zal daar vanuit haar toezichthoudende rol ook nauw bij betrokken blijven. Nogmaals, het belang van afdoende sociale veiligheid staat hoog op de agenda van de TU/e, de RvT spreekt daar periodiek over met het CvB en andere relevante organen binnen de Universiteit.
Hoewel de aanpak zijn vruchten begint af te werpen is er echter nog een lange weg te gaan. Het werken aan sociale veiligheid is immers een continuerend proces dat nooit af is en waarvoor nu en in de toekomst steeds weer aan gewerkt zal moeten worden. Het is ook een proces met steeds weer leermomenten die dan telkens weer voor de toekomst meegenomen moeten worden. De conclusies en aanbevelingen van de Commissie worden hierbij door de RvT als zeer waardevol en bruikbaar aangemerkt om stapsgewijs te komen tot een nieuw toekomstperspectief.
Het rapport van bevindingen en advies van de commissie melding onregelmatigheden