De samenleving is veranderd en het toezicht moet dus ook veranderen,zegt projectleider Judith van Erp van de Universiteit Utrecht.
Het toezicht moet zich meer richten naar de behoeften van mensen.
Aan fase II van het NWO/NWA programma ’Vernieuwing van Toezicht: Naar meer responsieve toezichtpraktijken’ is een subsidie van ruim 700.000 euro toegekend waarmee de Universiteit Utrecht, samen met Tilburg University en de Erasmus Universiteit de komende vijf jaar een kennisbenuttingsprogramma gaan ontwikkelen in samenwerking met TIAS en de Inspectieraad en andere publieke toezichthouders.
Lees het nieuwsbericht van NWO (website NWO)
Responsiviteit
Het doel van het project is om door gezamenlijke kennisontwikkeling met toezichthouders, inzicht te krijgen in wat responsief toezicht is, hoe responsief toezicht kan worden georganiseerd en hoe het vorm kan krijgen in interacties op strategisch, organisatorisch en operationeel niveau van toezichtbestuurders, leidinggevenden en professionals. Responsiviteit staat in deze context voor het omgaan met ontwikkelingen in de buitenwereld, waarbij de toezichthouder een gelijkwaardige verhouding met burgers en dienstverleners tot uitgangspunt neemt.Er zijn meer belangentegenstellingen in de maatschappij. Burgers zijn mondiger geworden en er zijn ook meer niet-publieke toezichthouders gekomen,zegt Judith van Erp.
Toezichthouders staan op afstand van de samenleving en grijpen in door te handhaven. Maar de samenleving is veel ’horizontaler’ geworden. Burgers hebben allerlei verschillende wensen. Het toezicht moet dus ook veranderen, kan niet meer zo ’van bovenaf’ zijn, moet zich meer tussen de burgers begeven, richten naar de behoeften van mensen.
Toezichthouders worden meegetrokken in maatschappelijke opgaven
Persoonsgerichtheid is in toenemende mate een kwaliteitseis van dienstverlening zoals de zorg. Om te bepalen of dienstverlening persoonsgericht is, zijn gebruikers de toetssteen - niet de toezichthouder - in dialoog met de dienstverlener,stelt Anne Margriet Pot van de Erasmus Universiteit.
Daarnaast worden er steeds meer eisen aan toezichthouders gesteld. Ook politieke vraagstukken zoals bijvoorbeeld de energietransitie komen bij hen terecht. Ze worden meegetrokken in de aanpak van maatschappelijke opgaven. Patrick Kenis van Tilburg University:
Hoe toezichthouders zich in die netwerken van partijen begeven, is een belangrijk leerpunt.
Door aanhoudende kritiek vanuit onder toezicht staande organisaties, burgers, media en politiek klinkt er een roep om het toezicht te vernieuwen. Het NWA programma Vernieuwing van Toezicht moet de vraag gaan beantwoorden hoe die verandering eruit moet zien en organiseert het proces van verandering in een Community of Practice en in leergangen.
Wetenschap en praktijkbehoefte komen hier heel mooi samen,gaat Patrick Kenis verder.
We gaan in voortdurende interactie samen met de toezichthouders nieuwe praktijken ontwikkelen, door gemeenschappelijke behoeftes en interesses te delen in een Community of Practice en daarnaast wederzijdse kennisoverdracht organiseren in leergangen, in samenwerking met TIAS.
Het gaat om de herijking van de visie op toezicht
De inspecties hebben het mogelijk gemaakt om tot een fundamentele herijking van de toezichtfunctie in de samenleving te komen,zegt Judith van Erp.
We gaan de kennis die de drie consortia in de eerste fase van het onderzoeksproject nu samen brengen, en werken aan een nieuwe visie op toezicht. Niet alleen om te kijken wat we daar op een hoger niveau van leren, maar ook om dat te vertalen naar de werkvloer, hanteerbaar te maken. Anne Margriet Pot: ’Zodat alle betrokken partijen, toezichthouders maar ook dienstverleners en cliënten daarvan gaan profiteren.
We kunnen heel veel leren van het onderzoek doen samen met practioners. De inspecties helpen ons bij de dataverzameling maar denken ook mee over de onderzoekdesigns bijvoorbeeld. Al blijven we natuurlijk wel onafhankelijk, als onderzoekers. Zij zien de dingen net iets anders en komen soms met interessante suggesties, ook om het door een kleine aanpassing wat beter te laten landen in de praktijk.
Dat maakt het echt heel zinvol om met hen samen te werken. Dit is anders dan onderzoek doen naar de praktijk, dit is wel echt onderzoek doen mét de praktijk. Ik vind het heel leerzaam,zegt Van Erp.
Dit is echt wetenschap in actie.
Lees meer over de eerste fase van dit onderzoeksproject:
Over Toezicht met Gezag (website Universiteit Utrecht)
Over RUN (website Erasmus Universiteit Rotterdam)