Onteigeningsdeskundige steeds belangrijker, maar nauwelijks verankerd in de wet

- EN- NL
Sinds het kabinet-Rutte 3 in 2021 overwoog om boeren te onteigenen om de stikstofuitstoot te verminderen, speelt het thema onteigening een prominente rol in de actualiteit. Maar wat komt er allemaal kijken bij een onteigeningsprocedure, en hoe wordt de omvang van de schadevergoeding bepaald? Sam Schuite onderzocht de rol van schadedeskundigen bij onteigeningsprocedures en aanverwante procedures zoals planschade en nadeelcompensatie, en promoveert 30 augustus op dat onderzoek aan de Radboud Universiteit. 

Als de overheid land onteigent, of als er door een nieuw bestemmingsplan schade ontstaat voor burgers (zogenaamde ’planschade’), moet er gecompenseerd worden. Zo’n proces verloopt via een rechter (in geval van onteigening) of via een bestuursorgaan (in geval van planschade), die een schadedeskundige inschakelt om te adviseren over de omvang van de compensatie. Deskundigen komen in het recht wel vaker voor, maar de rol die ze spelen bij onteigening of planschade is, volgens het onderzoek van Schuite, uniek. 

’In het normale civiele recht worden deskundigen vaak ingeschakeld om de rechter te voorzien van een stukje expertise waarover de rechter zelf niet beschikt. Bij een onteigening geeft de deskundige daarentegen ook juridisch advies’ legt Schuite uit. ’In het onteigeningsen nadeelcompensatierecht zitten deze schadedeskundigen eigenlijk op twee stoelen tegelijk: ze adviseren de rechter of het bestuursorgaan over zowel de taxatietechnische aspecten van de zaak, als over de juridische aspecten. Dat maakt het advies van deze deskundigen behoorlijk invloedrijk, want het advies dienst als een soort ’rompvonnis’ en kan direct overgenomen worden door de rechter.’

1811

’Dat is opmerkelijk, want de rol en positie van de schadedeskundigen is eigenlijk nauwelijks vastgelegd of verankerd in de wet,’ aldus Schuite. De jurist onderzocht de bijzondere positie van deze experts. ’Mocht bijvoorbeeld het stikstofprobleem straks daadwerkelijk worden ’opgelost’ via het onteigeningsinstrument, zullen de deskundigen een belangrijke rol spelen in dat proces. ’Juridisch is er eigenlijk betrekkelijk weinig over hun benoeming en positie geregeld.

Onteigeningsdeskundigen bestaan in Nederland sinds 1811, toen de eerste onteigeningswet hier geďntroduceerd werd. Vrijwel direct begonnen deskundigen zichzelf in onteigeningszaken te profileren als een kernspeler; mensen die een groot deel van het proces naar zich toe trokken.’

Later werd het systeem waarin schadedeskundigen een centrale rol spelen bij de schadebegroting zelfs ’doorgetrokken’ naar met onteigening verwante situaties, zoals planschade en nadeelcompensatie. ’De wetgever heeft in de tussentijd genoeg kansen gehad om kaders voor onteigeningsdeskundigen te creëren, maar heeft dat eigenlijk nooit gedaan,’ aldus Schuite. Wel zijn er sindsdien stappen gezet door de rechtspraktijk. ’Zo worden de beoogde deskundigen sinds 2013 aan partijen ’voorgehangen’, en is er sinds 2014 een register van onteigeningsdeskundigen actief, ondergebracht in het Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen. Thans kunnen alleen experts uit dat register worden benoemd door de rechter, en voorafgaand aan toetreding tot dat register is er een stevige toetsing.’

Aanbevelingen

’Inbreuken van de overheid op het eigendomsrecht, zoals onteigening en planschade, kunnen mensen heel erg raken’, geeft Schuite aan ’Deze deskundigen spelen een centrale rol in de schadebegroting. Daarom moet hun benoeming objectief en transparant gebeuren.’

Schuite doet verschillende aanbevelingen aan wetgever, rechtspraktijk en rechter om de rol van schadedeskundigen te verankeren in de wet. ’Vooral op het gebied van de kwaliteitscontrole zijn er nog verbeteringen mogelijk. De benoemingsprocedure moet transparanter, en de controle van de kwaliteit van schadedeskundigen moet objectiever kunnen gebeuren, met een vooraf vastgestelde toetsingsmethode. Dat voorkomt discussies over de schadedeskundige achteraf, en zorgt voor meer vertrouwen in de rol van deze experts.’