Mannen gaan beter presteren als ze worden vergeleken met anderen, vrouwen minder

Wanneer de prestaties onderling worden vergeleken, gaan mannen beter presteren en vrouwen juist minder, blijkt uit experimenteel onderzoek van hoogleraar Sociale Economie Klarita Gërxhani. Dit komt omdat mannen in die situatie geloven dat ze beter zijn dan vrouwen, terwijl vrouwen juist terughoudender zijn vanwege de maatschappelijke norm om aardig en empathisch te zijn.

Sinds januari 2023 werkt Klarita Gërxhani bij de Vrije Universiteit Amsterdam, waar ze leiding geeft aan de nieuwe afdeling Ethics, Governance and Society. We spraken haar over haar onderzoek en de nieuwe afdeling binnen de School of Business and Economics.

Gërxhani promoveerde in 2002 op het gebied van institutionele economie aan het Tinbergen Instituut en de Economische Faculteit van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Daarna volgden toppublicaties in economische tijdschriften, later aangevuld met bedrijfskundig en sociologisch onderzoek. Het publiceren van onderzoek in drie vakgebieden maakt Gërxhani allesbehalve een doorsnee econoom.

Onlangs werd haar onderzoek geaccepteerd in de American Journal of Sociology , een toonaangevend tijdschrift binnen de sociologie. "Dat is mijn teken aan de buitenwereld dat ik niet alleen econoom ben, maar óók veel kennis heb op het gebied van sociologie," aldus Gërxhani.

In dit onderzoek combineert ze inzichten uit de economische wetenschap over hoe vrouwen en mannen met elkaar concurreren, met inzichten uit de sociologie over sociale status. Gërxhani licht toe: "Vanuit economisch onderzoek weten we dat mannen beter gaan presteren als ze moeten concurreren met vrouwen om dezelfde baan of promotie. Terwijl vrouwen het juist minder goed doen."

In haar onderzoek blijkt dat zelfs wanneer er geen baan op het spel staat, maar er wel een vergelijking plaatsvindt tussen de prestaties van mannen en vrouwen, mannen beter presteren dan vrouwen. "Dat heeft te maken met sociale status," vertelt Gërxhani. "In vijf verschillende labexperimenten lieten we studenten een simpele wiskundeproblemen oplossen. De vrouwen en mannen waren daar even goed in. Maar we vertelden één groep deelnemers dat ze op basis van hun prestaties zouden worden gerangschikt en met elkaar vergeleken worden door een peer. De mannen in deze groep gingen ongeveer 40 procent meer problemen oplossen dan de vrouwen in deze groep."

Het onderzoek geeft ook inzicht in de mechanismen. De bewuste of onbewuste overtuiging van mannen dat ze beter presteren dan vrouwen zorgt ervoor dat mannen excelleren in competitieve situaties. Terwijl vrouwen juist slechter presteren als ze worden vergeleken, vanuit de overtuiging dat zij aardig moeten zijn en anderen niet moeten benadelen. "Vrouwen geloven niet dat ze slechter zijn dan mannen, maar ze houden wel rekening met de maatschappelijke norm van ’vrouwen horen aardig en empathisch te zijn’. Daarom zijn zij terughoudender," licht Gërxhani toe.

Organisaties die gebruik maken van prestatiebeoordelingen moeten zich bewust zijn van deze gedragseffecten, vindt Gërxhani. Het is een van de redenen waarom ze zelf op zoek ging naar een leidinggevende functie en uitkwam bij de Vrije Universiteit Amsterdam, School of Business and Economics. "Nu ben ik zelf leidinggevende en heb ik invloed op het beleid, bijvoorbeeld wat betreft prestatiebeoordelingen, assessments en gelijkheid op de werkvloer."

Samenwerken

Als boegbeeld van multidisciplinair onderzoek wil Gërxhani ook samenwerking stimuleren binnen de nieuwe afdeling Ethics, Governance and Society. Daar werken onderzoekers met hele verschillende achtergronden, zoals gedragseconomie, gezondheidseconomie, politicologie, wiskunde en bedrijfskunde.

Als hoofd van de afdeling stimuleert ze samenwerking tussen de verschillende onderzoeksgroepen en maakt ze daar ook geld voor beschikbaar. "Vooral jonge onderzoekers maken heel dankbaar gebruik van deze mogelijkheid en staan open voor interdisciplinaire samenwerking," merkt Gërxhani. Sommige onderzoekers moeten nog een beetje wennen aan de samenwerking, maar ze hoopt dat dit snel zal veranderen. "Als mensen vanuit verschillende vakgebieden samenwerken levert dat nieuwe ideeën en beter onderzoek op," aldus Gërxhani.

Diversiteit en inclusie

Een ander speerpunt voor Gërxhani is diversiteit en inclusie. "Vanuit mijn onderzoek weet ik veel over genderongelijkheid en hoe het wordt veroorzaakt en ook verminderd kan worden. Maar ik kan ook vanuit mijn eigen ervaring spreken. Als vrouw met een migratieachtergrond ben ik vaak tegen een muur aangelopen. Vrouwen die hetzelfde meemaken, komen inmiddels bij mij langs voor advies."

Gërxhani is voorzitter van de Diversity and Inclusion Taskforce van de School of Business and Economics. De taskforce zal met behulp van administratieve gegevens, enquêtes en focusgroepen onderzoeken in hoeverre de faculteit divers is en hoe verschillende groepen mensen, ongeacht hun demografische kenmerken, zich verbonden, gerespecteerd en gewaardeerd voelen. Om vervolgens met beleidsvoorstellen te komen. "Eigenlijk had ik mijn handen al vol, maar sinds ik onderzoek doe naar genderongelijkheid kan ik het niet loslaten. Er is echt nog veel te winnen. Ik doe dit zodat het voor de volgende generatie makkelijker wordt."

Interview in Het Financieele Dagblad

Gërxhani werd recent ook geïnterviewd door Het Financieele Dagblad over haar onderzoek naar verschillen tussen mannen en vrouwen in competitieve structuren en haar ervaringen op de werkvloer. Het interview werd vermeld op de voorpagina en is te lezen op fd.nl.

Meer weten over het onderzoek van de VU School of Business and Economics? Neem contact op met wetenschapsredacteur Yrla van de Ven, y.f.van.de.ven@vu.nl of 06-26512492.