’Het is essentieel dat de menselijke maat terugkeert in de fiscale arena’

- EN- NL

Over ’de menselijke maat’ is de afgelopen jaren veelvuldig gesproken. Na de toeslagenaffaire groeide de roep om meer aandacht voor die menselijke maat. Maar wat wordt met dit begrip eigenlijk bedoeld? Een wetenschappelijke definitie ontbreekt, en ook de definitie van de overheid biedt veel ruimte voor interpretatie. Dat zorgt voor een tekortkoming in de juridische werkelijkheid, zo stelt Gerard Meussen. De hoogleraar Belastingrecht spreekt 20 juni zijn afscheidsrede uit aan de Radboud Universiteit.

Het pleidooi is Meussen uit het hart gegrepen. Hij neemt eind juni afscheid van de universiteit, na ruim 49 jaar in de fiscale wereld werkzaam te zijn geweest. Als hoogleraar Belastingrecht was hij echter niet alleen actief in de wetenschappelijke wereld, maar ook nadrukkelijk bezig met de gevolgen van overheidsbeleid voor burgers. De menselijke maat zit niet van nature in de juridische genen van een fiscalist. ’Juristen willen alles in een kader plaatsen. Er gebeurt iets, en dan willen we gelijk weten in welk juridisch format dat past,’ legt Meussen uit. ’Als dat niet a priori duidelijk is, dan wordt het moeilijk.’

Definitie

’Maar de menselijke maat, die laat zich moeilijk in een kader passen. Niet in een juridisch kader, maar ook wetenschappelijk niet’, zegt Meussen. De overheid hanteert als definitie ’recht doen aan de belangen van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid, weten regelgeving’, maar ook daar wordt niet altijd consistent invulling aan gegeven.

In zijn afscheidsrede gaat Meussen in op de verschillende actoren die volgens hem de afgelopen jaren steken hebben laten vallen: niet alleen de Belastingdienst als uitvoerder, maar ook de wetgever, de rechterlijke macht, belastingadviseurs en de fiscale wetenschap zelf. Van versnelde digitalisering die digibeten uitsluit en menselijk contact moeilijk maakt, tot onverzettelijke inspecteurs die weigeren enig compromis te sluiten. Maar ook politici die druk zetten op de Belastingdienst om fraude te bestrijden en overreageren, ook als daarbij bepaalde, grotendeels onschuldige groepen onevenredig hard geraakt worden.

Toeslagenaffaire

Het meest schrijnende voorbeeld van de ontbrekende menselijke maat is natuurlijk de toeslagenaffaire. Meussen is sinds 2022 lid van de bezwaarschriftenadviescommissie kinderopvangtoeslag die zich bezighoudt met de afwikkeling van dat schandaal. Daarbij komen talloze heftige gevallen voorbij. ’Nooit in mijn leven heb ik zo’n hardvochtige Belastingdienst gezien als bij het Kinderopvangtoeslagschandaal,’ zegt Meussen. ’Ons systeem heeft altijd een element van hardheid gehad, maar nooit eerder kwam dat zo duidelijk naar voren als hier. Dat had ik nooit voor mogelijk gehouden.’

Dat komt deels omdat in situaties als bij de toeslagenaffaire de betrokken partijen vooral naar elkaar wijzen. Meussen: ’De regering en Tweede Kamer gaan ervanuit dat in de uitvoering de scherpe kantjes er wel vanaf worden gehaald. Maar dat bleek niet het geval. En ook de rechterlijke macht wijst uiteindelijk weer naar de wetgeving.’

Verharding voorkomen

Volgens Meussen is het essentieel dat ’menselijkheid terugkeert in de fiscale arena’. In zijn afscheidsrede doet hij verschillende aanbevelingen die dat moeten bespoedigen. Praktische, zoals de invoering van een Constitutioneel Gerechtshof, maar ook persoonlijke: moed voor alle betrokken partijen om af te durven wijken van de wet, wanneer dat de menselijke maat ten goede komt. ’Alleen dan voorkomen we een verdere verharding van de samenleving, en tanend vertrouwen in de overheid.’