Steeds meer non-profitorganisaties werken samen, zoals gemeenten en zorgen onderwijsinstellingen, maar deze samenwerkingen leiden vaak tot extra belastingdruk. Dat zegt Maiko van Bakel in zijn proefschrift. Hij laat zien dat samenwerkingen van non-profitorganisaties minder fiscale voordelen krijgen dan die van commerciële organisaties. Hierdoor ontstaat een oneerlijke fiscale behandeling, wat samenwerking ontmoedigt en de effectiviteit remt.
Samenwerkingen tussen non-profitorganisaties en publiek-private organisaties zijn de afgelopen jaren cruciaal geworden voor het oplossen van grote maatschappelijke uitdagingen. Denk aan de aanpak van personeelstekorten en de versnelling van de energietransitie. Een voorbeeld zijn de vele regionale samenwerkingsverbanden die gericht zijn op het werven, matchen, opleiden, professionaliseren, begeleiden en behouden van (toekomstig) personeel in het onderwijs en de zorg.
Gevolgen van samenwerkingen
In zijn proefschrift onderzoekt Maiko van Bakel de fiscale gevolgen van deze samenwerkingen. Het blijkt dat samenwerkingsverbanden in de non-profitsector vaak een hogere belastinglast ervaren dan wanneer de organisaties individueel opereren. Dit geldt met name voor de vennootschaps-, omzeten overdrachtsbelasting.
’Non-profitorganisaties worden fiscaal anders worden behandeld wanneer zij gaan samenwerken’, aldus van Bakel. ’De fiscale regelingen die extra belastingdruk bij samenwerking kunnen voorkomen, blijken in veel gevallen te strikt te worden uitgelegd door in de Nederlandse en Europese rechtspraak. Dit resulteert vaak in discussies tussen non-profitorganisaties en de Belastingdienst over de interpretatie en toepassing van deze regelingen.’
Geen toegang tot fiscale faciliteiten
De studie toont ook aan dat non-profitorganisaties niet zoals als commerciële partijen toegang hebben tot fiscale regelingen die de extra belastingdruk als gevolg van samenwerking voorkomen, zoals de fiscale eenheid in de vennootschapsen omzetbelasting. Dit leidt tot een oneerlijk verschil in fiscale behandeling. Daarnaast kan de toegang tot bepaalde faciliteiten variëren, afhankelijk van de sector waarin de non-profitorganisatie actief is. Voor dit onderscheid bestaat niet in alle gevallen een rechtvaardiging, aldus van Bakel.
Gelijk speelveld
Van Bakel pleit daarom voor een gelijk speelveld: non-profitorganisaties moeten een gelijke uitgangspositie krijgen in het belastingstelsel en dezelfde fiscale voordelen bij samenwerking. . Ook dienen de wetgever en de rechters meer rekening te houden met de doelen van regelingen die samenwerking stimuleren. Een betere afstemming tussen fiscale wetgeving en overheidsbeleid is essentieel om samenwerking in de non-profitsector te bevorderen.
Meer informatie
Maiko van Bakel verdedigt zijn proefschrift ’De fiscale gevolgen van samenwerking door non-profitorganisaties’ op 4 oktober 2024 om 16.30 in de Aula van Tilburg University. De livestream is hier te volgen.