Digitale overheid is bestuurlijk blind voor miljoenen ’niet gemiddelde’ burgers

- EN- NL

Bestuursrecht is ontworpen voor ’de normale burger’ met een gemiddeld inkomen, opleiding en intellectuele en digitale vaardigheden, een stabiel gezin, gezond en onafhankelijk van de overheid. Individuen die van dit ideaalbeeld afwijken (zoals senioren, mensen met beperkingen, alleenstaande moeders, nieuwkomers) worden vaak vergeten in het regelgevingsproces of behandeld met terughoudendheid. Het resultaat is de uitsluiting van iedereen die ’anders’ is. Met de digitalisering van de overheid is deze situatie verder verslechterd, maar het kan anders. ’We moeten technologie juist inzetten om bestuursrecht empathisch te maken voor alle burgers,’ betoogt hoogleraar bestuursrecht Sofia Ranchordás. Zij spreekt op vrijdag 26 april 2024 haar inaugurele rede uit aan Tilburg University.

Sinds de toeslagenaffaire wordt steeds meer geschreven over de menselijke maat, maatwerk en de inclusie van ’burgerperspectieven’ in het steeds meer digitale bestuursrecht. Zo beoogt de nieuwe Wet versterking waarborgfunctie Awb (Algemene Wet bestuursrecht), die ter consultatie ligt, de procedurele positie van de burger te verbeteren. Zowel de Raad van State als de Nationale Ombudsman heeft aandacht gevraagd voor meer betekenisvol contact tussen overheid en burger in het digitale tijdperk. Vanuit de Europese Unie vereisen de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de AI Act menselijke interventie in het kader van geautomatiseerde besluitvorming. Niettemin stellen we zelden de vraag: wie is deze ’mens’- Wie is de burger voor de Algemene Wet bestuursrecht (Awb)?

De ideale burger

Bestuursrecht en overheidsbeleid zijn ontworpen met een ideale burger in gedachten: een man van middelbare leeftijd met een stabiel gezin, vaste baan en gemiddeld inkomen, opleiding, geletterdheid en digitale vaardigheden. De gemiddelde burger is iemand die met weinig of geen hulp van de overheid zijn rechten kan uitoefenen in het digitale tijdperk. Hij begrijpt zijn verplichtingen en doet weinig beroep op de overheid. Besluitvorming en publieke diensten kunnen dus volop geautomatiseerd worden, want de gemiddelde burger kan alles zelf doen. Toch worstelen duizenden mensen jaarlijks met het aanvragen van toeslagen online. Beleid houdt weinig rekening met het groeiende aantal ’niet-normale’ burgers die alleen wonen, geen vaste baan hebben of beperkt digitaal vaardig zijn.

Bestuurlijke blindheid

Het bestuursrecht en overheidsbeleid zien zo miljoenen burgers niet. Ze zijn blind voor iedereen die ’anders is’. En als deze minder ’normale burgers’ wèl gezien worden (zoals in de toeslagenaffaire), dan worden ze vaak behandeld als afwijkingen van de norm of als uitzonderingen. Ze worden bijvoorbeeld sneller gezien als ’potentiële fraudeurs’ door algoritmische risicoprofielen.

De gemiddelde burger bestaat niet, betoogt Sofia Ranchordás. We zijn uniek en te verschillend om gereduceerd te worden tot statistische begrippen. Bovendien kan iedereen op enig moment tegenslag hebben en kwetsbaar worden, door scheiding, werkloosheid of ziekte. We zijn niet inherent kwetsbaar, we worden geplaatst in omstandigheden die ons kwetsbaar maken.

Daarom vraagt Ranchordás aandacht voor de bestudering van ’bestuurlijke blindheid’: bestuursrechtelijke regels, procedures en beleid die blind zijn voor degenen die niet passen binnen het ideaalbeeld van de gemiddelde burger. Dit beeld is ontworpen op basis van stereotypen van de jaren 50 van de vorige eeuw en houdt weinig rekening met socio-economische en technologische ontwikkelingen. Het verdeelt overigens de wereld in ’normale burgers’ en ’afwijkingen’ voor wie uitzonderingen moeten worden gemaakt.

Empathische overheid

Is de oplossing gepersonaliseerd bestuursrecht? Niet per se, stelt Ranchordás. Ze stelt drie manieren voor om de overheid empathisch te maken voor alle burgers:



    Ten eerste een sociaaljuridische bestudering van de ’burger’ en het bestuursrecht in het digitale tijdperk waarin aandacht is voor diverse perspectieven, de relatie tussen geslacht en regulering, kwetsbaarheid en beperkingen.

    Ten tweede: normalisering van diversiteit in het ontwerp van digitale overheid in plaats van het creëren van uitzonderingen, bijvoorbeeld voor individuen met beperkingen. Zo zou de overheid bij default assistentiediensten beschikbaar kunnen maken voor iedereen (bijvoorbeeld, een ’burgerwinkel’ waar burgers kunnen binnenlopen zonder afspraak om hulp te vragen)

    Ten derde de inzet van digitale technologie (AI, virtual reality) om bestuursorganen, die net als burgers steeds meer in ’bubbels’ leven, empathischer te maken en beter te laten begrijpen dat tegenslag ’heel normaal’ is.

Inaugurele rede

Sofia Ranchordás spreekt haar inaugurele rede uit op vrijdag 26 april, 16.15 uur in de aula van Tilburg University. Titel rede: Staat der blinden, staat der zienden: over bestuurlijke blindheid. De rede is ook te volgen via livestream .