Het DRIVE-RM consortium, geleid door Hoogleraar Experimentele Nefrologie Marianne Verhaar van het UMC Utrecht, ontvangt 37,5 miljoen euro binnen het prestigieuze SUMMIT programma van NWO. De SUMMIT beurs erkent samenwerking van wereldklasse, die hiermee verder versterkt kan worden. De samenwerking van UMC Utrecht, Universiteit Utrecht, Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Maastricht en Hubrecht Instituut draait om slimme materialen die het lichaam helpen herstellen.
Regeneratieve geneeskunde staat voor het repareren of vervangen van beschadigde weefsels en organen door gebruik te maken van lichaamseigen herstelprocessen. DRIVE-RM richt zich specifiek op materiaalgedreven regeneratie.
Daarbij wordt gebruik gemaakt van intelligente, levensechte of zelfs levende materialen die het menselijk lichaam kunnen aanzetten tot het maken van nieuw weefsel. Hiermee kan in de toekomst de behandeling van chronische ziekten zoals nierfalen, hartfalen en versleten gewrichten radicaal veranderen.
Erkenning van de wereldtop
Het NWO SUMMIT programma is gericht op samenwerkingen van topklasse, en het faciliteren van doorbraken op wereldniveau. De projectleider van DRIVE-RM is Marianne Verhaar, internist-nefroloog en hoogleraar Experimentele Nefrologie bij UMC Utrecht.Verhaar: "In de afgelopen 20 jaar hebben wij in Nederland mooie samenwerkingsverbanden op het gebied van regeneratieve geneeskunde opgezet met meerdere grote, innovatieve en succesvolle projecten zoals het MDR Zwaartekracht consortium waar deze samenwerking op voortbouwt. De SUMMIT beurs is een prachtige erkenning voor dit werk en benadrukt het belang van regeneratieve geneeskunde als een toonaangevend veld in Nederland."
Vijf weten meer dan één
De betrokken instituten werken al een tijd samen, en dat leverde waardevolle ontwikkelingen op. Eén voorbeeld daarvan is een synthetisch biologisch afbreekbaar bloedvat dat het lichaam helpt bloedvaten te regenereren."Met het consortium hebben we een bloedvat ontwikkeld van een afbreekbaar materiaal dat na implantatie geleidelijk vervangen wordt door lichaamseigen weefsel", zegt Verhaar. "Het kan meteen functioneren als bloedvat, en verliest die functionaliteit niet naarmate het eigen lichaam het overneemt. In zo’n innovatie komen biologie en technologie mooi samen. Nu gaan we bekijken of het ook goed werkt in patiënten."
Samenbrengen van technieken en disciplines
DRIVE-RM wordt geleid door vijf uitmuntende wetenschappers, allemaal met grote ervaring in het leiden van baanbrekende onderzoeksprojecten. Naast Marianne Verhaar, die zich richt op nieren vaatregeneratie, zijn dat Carlijn Bouten (TU/e, cardiovasculaire regeneratie en weefseltechnologie), Jos Malda (Universiteit Utrecht en UMC Utrecht, biofabricatie en bot/kraakbeen regeneratie), Jeroen Bakkers (Hubrecht Instituut en UMC Utrecht, regeneratieve biologie en hartregeneratie) en Clemens van Blitterswijk (Universiteit Maastricht, weefseltechnologie en biomaterialen).Het DRIVE-RM project kent een multidisciplinaire aanpak en integreert bijvoorbeeld Utrechtse innovaties als organoïden en 4D bioprinten met de technische en materiaalkundige expertise van TU/e en Universiteit Maastricht. Dit leidt tot vernieuwende inzichten voor het sturen van herstelprocessen op het niveau van enkele cellen tot volledige organen.
Deze combinaties zijn essentieel om behandelingen op maat te maken, afgestemd op individuele patiënten en hun specifieke aandoeningen.
Een nieuwe aanpak is nodig
Het aantal mensen met chronische ziekten stijgt aanzienlijk, voornamelijk door de vergrijzing. Dit leidt tot menselijk lijden en hoge zorgkosten. "Regeneratieve geneeskunde biedt een veelbelovende mogelijkheid om chronische aandoeningen effectief te behandelen door het lichaam te stimuleren zelf te herstellen", gaat Verhaar verder."Onze wetenschappers willen de herstelprocessen van weefsels en organen in de patiënt volledig doorgronden om dit vervolgens te sturen met implanteerbare slimme materialen." Het DRIVE-RM consortium richt zich op het ontwikkelen van nieuwe behandelingen voor hartfalen, nierfalen en aandoeningen van botten, kraakbeen en gewrichten.
"Naast het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek en technologische innovatie, biedt DRIVE-RM ook plaats aan samenwerking met clinici om de vertaalslag naar de klinische praktijk te maken", zegt Verhaar, "en met ethici om de ethische kwesties rondom regeneratieve therapieën te adresseren."
Samen met de betrokken Health Technology Assessment experts levert dat een raamwerk op dat ervoor moet zorgen dat deze geavanceerde interventies betaalbaar en toegankelijk blijven.
Generatie van de toekomst
Het DRIVE-RM consortium heeft veel aandacht voor het behouden van een gezonde, inclusieve en diverse onderzoekscultuur en het opleiden van de volgende generatie - belangrijk doelen van het SUMMIT programma.In het team zijn daarom, buiten de vijf complementaire hoofdonderzoekers, uitdrukkelijk ook opkomende talenten opgenomen die het vooruitstrevende Nederlandse onderzoek in regeneratieve geneeskunde kunnen blijven versterken.
Verhaar: "Uiteindelijk is DRIVE-RM meer dan alleen een onderzoeksinitiatief; het is een visie op de toekomst van de gezondheidszorg. Een toekomst waarin chronische ziekten daadwerkelijk genezen kunnen worden. Door de samenwerking tussen toonaangevende academische instellingen streeft DRIVE-RM ernaar om deze visionaire behandelingen realiteit te maken."
De eerste ronde SUMMIT beurzen
Het DRIVE-RM project is één van de vijf samenwerkingen die met een SUMMIT beurs gesteund wordt. Lees het bericht van NWO voor het overzicht van de vijf aanvragen.Cell-matrix interacties in regeneratie van cardiovasculair weefsel
De onderzoeksgroep onderzoekt de wisselwerking tussen levende cellen en de mechanobiologische signalen afkomstig van de extracellulaire matrix onder omstandigheden van weefselgroei, adaptatie, regeneratie en degeneratie. Hiervoor gebruikt de groep ’levende’ modelsystemen (cel, celmatrix, synthetisch weefsel, lichaamseigen weefsel) om deze aspecten op verschillende niveaus van complexiteit te kwantificeren en te begrijpen."We onderzoeken hoe levende cellen hun eigen omgeving vormen en aanpassen om regeneratieve implantaten voor het hart rationeel te kunnen ontwerpen", zegt professor Carlijn Bouten.
De verkregen fundamentele kennis wordt vertaald naar engineeringbenaderingen om levende weefsels te herstellen of regenereren, in het bijzonder voor het menselijk hart. Een prominent voorbeeld is de ontwikkeling van een synthetische, biologisch afbreekbare hartklepprothese die het lichaam verleidt om een nieuwe, levende hartklep te maken op de plaats van implantatie. In deze lijn richten nieuwe ontwikkelingen zich op de in situ tissue engineering van kransslagaders en vasculaire toegangstransplantaten.