’Generatiepact’ vooral gunstig voor ouderen met hoog salaris

- EN- NL

Gezond de eindstreep halen voor ouderen, meer carrièrekansen voor jongeren: met een ’generatiepact’ kunnen werknemers vanaf een bepaalde leeftijd minder gaan werken. De regeling moet voorkomen dat ouderen uitvallen voordat ze hun pensioen bereiken, en tegelijkertijd ruimte scheppen voor starters op de arbeidsmarkt. In de praktijk profiteren vooral welgestelde ouderen van de regeling, blijkt uit promotieonderzoek van Albert Rutten van de Tilburg School of Economics and Management (TiSEM). Voor ouderen met lage inkomens en starters levert het generatiepact weinig op.

Sinds 2014 worden in cao’s zogeheten generatiepact-regelingen afgesproken. Het generatiepact maakt voor oudere werknemers een soort parttime vroegpensioen mogelijk: zij mogen in de laatste jaren van hun carrière geleidelijk minder uren gaan werken tegen zeer gunstige voorwaarden, zodat ze gezond hun pensioen kunnen halen en tegelijkertijd ruimte maken voor starters.

Slaagt de maatregel erin het werk eerlijker te verdelen tussen jong en oud? Econoom Albert Rutten promoveerde onlangs aan Tilburg University op zijn proefschrift Essays on Work and Retirement, waarin hij samen met zijn promotoren Daniël van Vuuren en Marike Knoef de effecten van het generatiepact bij meer dan dertig Nederlandse gemeenten onder de loep nam.

De conclusie van de onderzoekers: het pact werkt niet voor iedereen. Welgestelde ouderen profiteren van de regeling, maar voor jongeren en oudere werknemers met lagere inkomens levert het generatiepact weinig op.

Weinig profijt voor lage inkomens, zware beroepen en starters

In theorie kan het generatiepact twee grote maatschappelijke uitdagingen het hoofd bieden: de vergrijzing en de moeilijke arbeidspositie van starters. Twee vliegen in één klap, dus. Maar de praktijk is weerbarstiger. Vooral ouderen met hogere inkomens maken gebruiken van de regeling, terwijl juist werknemers met zware beroepen en lagere lonen gebaat zouden zijn bij een verlaagde werkdruk in de laatste jaren van hun carrière.

Ook het beoogde positieve effect op de carrièrekansen van jongeren blijft uit: het generatiepact leidt voor starters niet tot meer werkgelegenheid, en ze beklimmen ook niet sneller de carrièreladder dankzij de regeling.

Heeft het generatiepact wel zin?

Hoewel de arbeidsparticipatie van goedverdienende ouderen iets toeneemt dankzij het generatiepact, zijn de gevonden werkgelegenheidseffecten zeer beperkt. Uit het promotieonderzoek van Albert Rutten komt niet naar voren dat het generatiepact erin slaagt oudere werknemers gezond naar hun pensioen te brengen.

Hoe nuttig zijn generatiepactregelingen als voornamelijk welgestelden er gebruik van maken, en kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt er weinig of geen profijt van hebben? "Als we kijken naar de beleidsmotivatie moeten we inderdaad concluderen dat de doelen slechts deels worden bereikt," aldus Albert Rutten. "Tegelijkertijd kan het generatiepact wel het nodige draagvlak creëren onder grote groepen ouderen die langer moeten doorwerken. Dit draagvlak is niet simpel in een kosten-batenanalyse te vatten, maar wel belangrijk voor beleidsmakers om mee te nemen."