In 2015 wordt de Iraakse stad Hawija gebombardeerd. Een hele wijk wordt weggevaagd en zeker 85 burgers komen om het leven. Pas vier jaar later lukt het journalisten te onthullen wie er verantwoordelijk was voor de aanval: Nederland. Promovendus Jip van Dort , universitair docent Conflict Studies Lauren Gould en docent Liberal Arts and Sciences Marrit Woudwijk , allen betrokken bij Intimacies of Remote Warfare , onderzochten de aanval en hebben hun bevindingen gebundeld in de nieuwe publicatie ’Hawija’.
De luchtaanval had een bommenfabriek van IS moeten uitschakelen, maar leidde tot enorme secundaire explosies. Dat Nederlandse F-16’s dit bombardement uitvoerden mocht niemand weten.
Verschillende perspectieven
Hoe konden er in Hawija, ondanks officiële procedures en de inzet van precisiewapens, tientallen burgers omkomen? Waarom werd de aanval jarenlang geheimgehouden? Welke impact heeft dit op burgers ter plekke, en op onze democratie? En wat vertelt dit over onze hedendaagse oorlogsvoering?
Van Dort, Gould en Woudwijk concludeerden dat deze vragen alleen beantwoord kunnen worden door verschillende perspectieven te bundelen. Dat leidde tot ’Hawija’, waarin politici, NGO’s, wetenschappers, nabestaanden en een mensenrechtenadvocaat aan het woord komen.
Aan het boek hebben onder anderen professor Jolle Demmers , Nora Stel (Radboud Universiteit), NGO’s Airwars en , politici Sadet Karabulut (voormalig SP), André Bosman (voormalig VVD), Salima Belhaj (D66), mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld en slachtoffers uit Hawija bijgedragen.
Verwoestende werkelijkheid van langeafstandsoorlogen
Aan de hand van de luchtaanval op Hawija toont het boek de verwoestende werkelijkheid van onze langeafstandsoorlogen en roept het op tot eerlijke discussie over burgerslachtoffers. Het allereerste boek over het bombardement is een reflectie geworden op de omgang met burgers in oorlog, ontwikkelingen in moderne oorlogsvoering en democratische waarden als transparantie en aansprakelijkheid.
Lees meer over het bombardement op Hawija en het in april verschenen rapport