Wereld vol conflict vraagt om internationale gerechtshoven met meerdere functies

- EN- NL

Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag is de laatste jaren drukker dan ooit: het wordt gevraagd om oordelen te vellen en adviezen te geven over conflicten in onder andere Gaza, Oekraïne en Myanmar, en beslecht grensconflicten wereldwijd. Welke functies oefent dit Gerechtshof uit in dit soort zaken, en hoe is het gezag van het Hof te verklaren? Rosa Möhrlein onderzocht deze vragen, en promoveert op 28 augustus aan de Radboud Universiteit.

In nationale rechtsordes zoals Nederland is redelijk duidelijk welke functies en bevoegdheden een rechtbank of gerechtshof heeft. Voor internationale gerechtshoven, die in de internationale rechtsorde opereren, ligt dat anders, mede vanwege het feit dat regelgeving niet door een centraal wetgevend orgaan is opgesteld. Ook de afwezigheid van een verplichte rechtsmacht van internationale gerechtshoven wordt vaak genoemd als complicerende factor.

Delicaat evenwicht

Möhrlein: ’Een internationaal hof heeft daarom continu te maken met uitdagingen aangaande zijn functies, en moet op zoek naar een delicaat evenwicht: een oplossing bieden voor het geschil, zonder partijen tegen zich in het harnas te jagen.’ In haar onderzoek deconstrueert Möhrlein verschillende uitspraken en adviezen van een aantal interstatelijke gerechtshoven: het Internationaal Gerechtshof (niet te verwarren met het Internationaal Strafhof), het Internationaal Zeerechttribunaal en de Beroepsinstantie van WTO. Aan de hand van i) de rechtsvragen in het geschil, ii) de toepassing en interpretatie van het recht in de desbetreffende zaak en iii) het antwoord of de conclusie die deze gerechtshoven geven, identificeert ze vijf rechterlijke functies: geschilbeslechting, rechtsverduidelijking, juridische rechtsvorming, legitimatie en de controleen nalevingsfunctie.

’Geschilb­eslechting wordt vaak genoemd als de hoeksteen van het internationaal recht’, legt Möhrlein uit. ’Begrijpelijk, want interstatelijke gerechtshoven zijn dikwijls opgericht met de idee dat zij een alternatief bieden voor gewapend conflict. Maar wat geschilbeslechting precies inhoudt en waar de grenzen liggen voor wat een hof binnen deze functie precies doet, is meestal onduidelijk. Daarnaast worden andere belangrijke functies uitgeoefend, die eveneens van groot belang zijn voor de ontwikkeling van stabiele relaties tussen staten en de vorming en interpretatie van het recht. Het is belangrijk om een duidelijk beeld van die functies te hebben, want dat verklaart ook waarom een hof autoriteit heeft en behoudt.’

Breekijzer

’Juridische rechtsvorming houdt in dat het recht niet alleen wordt toegepast, maar dat er in geval van leemtes en in nieuwe rechtsgebieden ook interpretaties worden gegeven over hoe het recht begrepen moet worden. Dat is een controversiële functie, omdat het Internationaal Gerechtshof zich dan te veel op het terrein zou begeven waar alleen staten toe bevoegd zijn: het creëren van nieuwe verplichtingen in internationaal recht. Legitimatie is ook een belangrijke functie in internationale uitspraken en adviezen. Een voorbeeld is het advies in de Namibië-zaak, waar de situatie politiek muurvast zat en de adviesvraag een doorbraak moest betekenen. Doe je dat verkeerd dan is het een controversieel breekijzer, doe je het goed dan levert het waardevolle sturing op.’

Het onderzoek van Möhrlein biedt verklaringen waarom internationale gerechtshoven autoriteit bezitten en veel staten (blijven) aankloppen bij het Hof. ’Enerzijds bestaat het beeld dat zo’n hof beperkt is in wat het kan bereiken door de focus op geschilbeslechting. Anderzijds worden uitspraken en adviezen veelvuldig gebruikt als argumentatie in andere, ook nationale zaken. Een verklaring hiervoor is dat het Internationaal Gerechtshof verder gaat dan alleen het uitoefenen van een geschilbeslechtingsfunctie. Dat zie je bijvoorbeeld in de advieszaak inzake de muur die Israël bouwde rondom de Westoever. Daar adviseerde het Gerechtshof in 2004 en afgelopen juli over. Hoewel deze adviezen (tot nu toe) niet leiden tot een verbetering van de situatie op de grond, worden ze wel als houvast gezien voor wat in internationaal recht op dit gebied geoorloofd is en wat niet. Bovendien levert het reputatieschade op voor een land en geeft het richting in hoe er over het conflict gesproken wordt.’ Mogelijk dat staten daarom hun weg weten blijven te vinden naar het Internationaal Gerechtshof.