Vrouwen in de forensische psychiatrie - waarom werken standaard behandelingen niet voor hen?

- EN- NL
Wereldwijd zijn vrouwen in tbs-klinieken en andere vormen van forensische zorg in de minderheid. Slechts 10% van de Nederlandse patiënten opgenomen in de forensische zorg is vrouw, maar het aantal vrouwelijke patiënten neemt langzaamaan toe. Werken de bestaande behandelingen en meetinstrumenten, die zijn ontwikkeld voor mannelijke patiënten, wel net zo goed bij vrouwen? Nee, zo ontdekte Vivienne de Vogel. Bij vrouwelijke patiënten zijn de aard van het delict, de motieven én de behandelbehoeften anders. Wat betekent dat voor de forensische zorg?

Al 25 jaar werkt Vivienne in de forensische zorg. Ze werkt op de onderzoeksafdeling bij De Forensische Zorgspecialisten: een organisatie waaronder De Waag en de Van der Hoeven kliniek vallen. De vraag "Waarom heb je juist voor dit vakgebied gekozen?" wordt Vivienne vaak gesteld. Niet gek: de meeste mensen kennen tbs-klinieken vooral van de heftige verhalen uit het nieuws.

Zelf kijkt Vivienne verder dan de heftige verhalen en ziet ze vooral hoe waardevol het werk is. "Werken in dit vakgebied is heel relevant en belangrijk. Met de forensische zorg dragen we bij aan het herstel van mensen die ziek zijn en aan de veiligheid in de maatschappij."

Werken in de tbs-kliniek én erbuiten

Na haar studie psychologie promoveerde Vivienne aan de Universiteit van Amsterdam op risicotaxatie in de forensische psychiatrie. Nog steeds ontwikkelt ze risicotaxatie-instrumenten en doet ze veel onderzoek naar verbetering van de bestaande instrumenten. Zo kunnen tbs-klinieken steeds beter inschatten of een tbs-patiënt toe is aan een volgende stap in de behandeling, zoals verlof.

Vivienne combineert haar werk bij De Forensische Zorgspecialisten met een aanstelling als bijzonder hoogleraar aan de UM en een functie als lector aan de Hogeschool Utrecht. De combinatie van werken binnen de kliniek en onderwijs geven bevalt haar goed. "De tbs-kliniek is een gemeenschap op zich, dus het is ook fijn om breder te kijken dan dat. Ik vind het mooi om mijn kennis op studenten over te brengen en concrete casussen met hen te bespreken."

Vivienne de Vogel is psychologe en bijzonder hoogleraar op de leerstoel Forensische Zorg bij de Faculty of Psychology and Neuroscience. Ook werkt ze als lector op de Hogeschool Utrecht. Daarnaast werkt ze al 25 jaar als onderzoeker bij de Van der Hoeven Kliniek: een Nederlands forensisch psychiatrisch centrum.

Eén van de focusgebieden in Viviennes onderzoek zijn de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke patiënten qua behandeling, risicotaxatie en problematiek. Zo’n 90% van de patiënten in forensische klinieken is man. Daarom zijn de meeste meetinstrumenten en behandelingen vooral uitvoerig getest bij mannen. Uit Viviennes onderzoek blijkt dus dat die instrumenten en behandelingen niet altijd even goed werken bij vrouwen als bij mannen.

"Vrouwelijke patiënten hebben over het algemeen andere behandelbehoeften. Zo is de psychische problematiek bij vrouwen vaak complexer. Ze hebben vaker trauma’s meegemaakt en hebben ook meestal andere motieven bij delicten. We zien bijvoorbeeld dat geweld bij vrouwen vaker naar hun eigen omgeving gericht is, onder andere richting hun kinderen, partner en familie. Bij mannen is geweld vaker gericht naar vreemden."

Ook de aard van het geweld is anders. "Vrouwen plegen het delict vaker als wanhoopsdaad. Zo is één op de drie vrouwen opgenomen voor brandstichting. Ook levensdelicten (zoals moord en doodslag) komen bij vrouwen relatief vaak voor. Bij mannen gaat het dan weer vaker dan bij vrouwen over geweldsof zedendelicten."

Vrouwen in de forensische zorg zijn vaker veroordeeld voor brandstichting, moord of doodslag. Bij mannen gaat het vaker over geweld of zedendelicten.

Waarom is risicotaxatie zo belangrijk?

De instrumenten voor risicotaxatie spelen een grote rol binnen de forensische zorg. Vivienne legt uit: "Patiënten krijgen tbs altijd voor onbepaalde tijd opgelegd. Elke één of twee jaar wordt getest of tbs-verlenging nodig is en in hoeverre de behandeling aanslaat. De instrumenten helpen zorgprofessionals bij het inschatten of iemand op dit moment een gevaar is voor de samenleving. Op basis daarvan wordt bijvoorbeeld beslist over verlof."

Risicotaxatie met deze instrumenten is alleen bij vrouwen niet zo eenvoudig als bij mannen. Ook een meetinstrument dat specifiek was ontwikkeld voor de risico-inschatting bij vrouwen, bleek geen meerwaarde te hebben. "Onderzoek laat zien dat er bij vrouwen meer complexe problematiek speelt", licht Vivienne toe. "Psychische problemen staan bij hen over het algemeen meer op de voorgrond. Dat maakt het bij vrouwelijke patiënten lastiger te voorspellen wat de risico’s zijn."

Hoe groot mag het risico op terugval zijn?

In het nieuws is de forensische zorg regelmatig in opspraak. Als er een tbs-patiënt is ontsnapt, komt er al snel kritiek op het hele systeem. Uit onderzoek van Vivienne blijkt dat die kritiek niet geheel terecht is.

"Wij doen uitgebreid onderzoek naar het aantal verlofaanvragen van tbs’ers en het aantal keer dat het bij verlof misgaat. Het blijkt in 99,85% gevallen heel goed te gaan. Het is alleen zo dat het in die 0,15% van de gevallen helaas goed mis kan gaan. Uiteraard wil je dat risico het liefst op 0% krijgen. Die 0,15% laat zich alleen moeilijk voorspellen. Er is geen algemeen beeld van wanneer, bij wie en waarom het misgaat. Daar ligt ook voor ons een lastig dilemma: hoe weeg je die risico’s goed af?"

Toekomst buiten de kliniek?

Uiteraard is elke tbs-behandeling erop gericht dat patiënten vooruitgang boeken en ooit op een veilige manier kunnen terugkeren in de maatschappij. Maar is er ook echt voor elke cliënt een toekomst mogelijk buiten de kliniek? Vivienne moet even over die vraag nadenken. "Ik gun iedereen een tweede kans. Veel patiënten hebben al vanaf hun jeugd veel trauma’s meegemaakt, waardoor ze zich minder goed konden ontwikkelen. Dat is geen excuus voor het gepleegde delict, maar biedt wel een verklaring."

Wel voegt Vivienne toe: "We moeten ook eerlijk zijn. Er zijn patiënten voor wie het niet haalbaar is om ooit buiten de kliniek te gaan wonen. Zij komen vaak op een long care-afdeling terecht."

Oratie ’De forensische zorg: Een steekje los’’ op 24 maart

Op 24 maart geeft Vivienne bij haar oratie ’De forensische zorg: Een steekje los’’ een inkijkje in een wereld die normaal achter gesloten deuren blijft. Ze belicht tijdens haar oratie de forensische zorg vanuit drie perspectieven: patiënten, professionals en processen. Dat doet ze op een laagdrempelige manier, zodat iedereen meer te weten kan komen over een wereld die zich meestal achter stevige muren schuilhoudt.

Viviennes onderzoek is gericht op de verbetering van beoordelingsen behandelmethodes in de forensische zorg in Nederland. Daarbij kijkt ze onder meer naar gender-sensitief werken, risicobeoordelingen voor geweld, traumabehandeling en de mentale veerkracht van professionals in de forensische zorg.

Eerder schreef Vivienne het boek ’Geweld door vrouwen’. Daarnaast is ze lid van diverse commissies, zoals de Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ), het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP) en Stichting Vrienden van Oldenkotte. Ook is ze wetenschappelijk adviseur bij het Adviescollege Verloftoetsing TBS.

Haar oratie De forensische zorg: Een steekje los? vindt plaats op 24 maart 2023 om 16.30 uur in de Aula van de Universiteit Maastricht, aan de Minderbroedersberg 4-6. Ook is de oratie live te volgen via YouTube.