Tieners herkennen risicogedrag in films en series, maar zijn niet altijd kritisch

Als tieners risicogedrag zoals drinken, roken of drugsgebruik zien in films of series, vinden ze het soms moeilijk te doorzien of het realistisch is of niet. Ze herkennen de stereotypes, maar kunnen dit niet altijd kritisch interpreteren. Dat blijkt uit onderzoek van Anne Sadza van de Radboud Universiteit. ’Door met tieners te praten over het risicogedrag dat ze zien, kun je helpen een kritisch proces op gang te brengen.’

Voor haar onderzoek interviewde communicatiewetenschapper Anne Sadza tieners tussen de 14-17 jaar over films en series die ze keken en hoe ze het gedrag van hoofdpersonen beoordeelden. ’Wat we zagen, is dat deze tieners over het algemeen risicogedrag herkennen en ook vaak kunnen zien wat de rol van risicogedrag in het verhaal is. Ze weten bijvoorbeeld heel goed dat iemand rookt om diegene stoer over te laten komen. Stereotypes worden goed doorzien. Maar dat wil niet zeggen dat ze daar vervolgens heel kritisch op reflecteren’, vertelt Sadza.

Amerikaanse films

De mate van kritische reflectie hangt voor een deel af van hoeveel kennis ze van risicogedrag hebben: zien ze het bijvoorbeeld in hun eigen omgeving terug? Als dat niet zo is, dan vallen ze snel terug op andere media-uitingen die ze hebben gezien. ’Ze zeggen dan bijvoorbeeld over films waar Spring Break in voorkomt dat het voor hen niet realistisch is, maar dat het in Amerika wel echt zo is. Ze geven dan aan dit te weten omdat ze dat in andere Amerikaanse films gezien hebben.’ Dat geldt bijvoorbeeld ook voor drugsgebruik: als ze geen ervaring hebben met (iemands) drugsgebruik, vervallen ze in stereotypen. Sadza: ’Ze zien dan iemand die aan de drugs is en alles is kwijtgeraakt en dan zeggen ze dat dit heel realistisch is, omdat dit het beeld is dat ze vaker zien in media.’

Kritische reflectie

Met dit inzicht kunnen we leren hoe we tieners kunnen aanzetten tot kritische reflectie op wat ze zien. De communicatiewetenschapper: ’Bij jongere kinderen is het mediagebruik nog goed te reguleren, maar bij tieners is dat lastiger. Het is bij hen belangrijker dat ze zelf tools hebben om kritisch en bewust om te gaan met beelden waarin risicogedrag voorkomt. Vaak zeiden ze in ons onderzoek: ’Ik denk er eigenlijk nooit zo over na, maar nu we het erover hebben....’ Door met jongeren te praten over wat ze zien, breng je veel meer een kritisch interpretatieproces op gang. Soms denken ouders dat tieners alles al weten over media, maar in dit geval is het verstandig toch het gesprek aan te gaan.’

Literatuurverwijzing

Sadza, A., Daalmans, S., Rozendaal, E., & Buijzen, M. (2024). Mediated risks through rose-tinted glasses? Exploring barriers and boosters to critical deconstructions of mediated risk behavior by Dutch adolescents. The Journal of Communication, jqae025. https://doi.org/10.1093/j­oc/jqae025