Stories about the secret services during the interwar period, sensitive documents buried in a backyard to hide them from the Nazis, and a report classified as a state secret for 60 years. No, it is not the beginning of an exciting thriller, but of ’Uiterst Vertrouwelijk: een geschiedenis van de Nederlandse geheime diensten’ (in English ’Strictly Confidential: a history of the Dutch secret services’). In this new Dutch book, Rowin Jansen, Bart Jacobs and other experts delve into history to reflect on the state of intelligence and security services today.
The Domestic Security Service (BVD), the predecessor of today’s AIVD, was founded in 1949. But the first secret service in the Netherlands actually emerged on the eve of the First World War. For a long time, little was known about our country’s first secret service. In Uiterst Vertrouwelijk , Jansen, Jacobs and other experts from the academic and professional field reflect on that early period, drawing the line to modern security services and their position in society today.
For example, Bart Jacobs and Florentijn van Kampen examine some interesting discoveries made by Dutch cryptographers during the First World War, and Beatrice de Graaf outlines a past history of national counterterrorism. Laura Brinkhorst and Marieke Oprel focus on the secret services of the colonial Dutch East Indies. Other chapters address the role of intelligence services in society, the mild acceptance within the service of pre-war National Socialist ideology and the early but inevitable politicisation of the secret service.
The De Meijer report
Uiterst Vertrouwelijk is based on the De Meijer report, an extraordinary source. The authors call it ’a true historical sensation, (...) a historiography, source publication, archive access, inventory of dates and facts and personal reflection all’in one’. The author, Marius de Meijer, had been involved in the early intelligence services from 1933. At the outbreak of the Second World War, he decided to bury numerous sensitive documents - which should actually have been destroyed - in an iron box in his backyard. When De Meijer joined the BVD after the war, the documents were transferred to the new secret service. Then, just before his retirement in 1968, De Meijer himself had the opportunity to make ’an attempt at historiography’ based on these and other documents.
The final De Meijer report subsequently remained internal and unknown to the outside world until (partly due to a 1995 PhD thesis by BVD in-house historian Dick Engelen) Constant Hijzen, Bart Jacobs and Rowin Jansen got hold of it via an access request. According to the authors, the report ’offers wonderful insight into a bygone intelligence practice. (...) For a moment, the report makes you feel as if you are in direct contact with that secret world.’
Common thread
According to Rowin Jansen, one of the book’s initiators, there is one clear common thread: ’The services are there to provide timely information to policymakers so that they can then deal with threats. Society changes, technology changes, but the services change with them. This book shows how the services need to keep moving with the times to stay relevant.’
However, there are big differences too. Jansen: ’Immediately after the First World War, the service employed fewer than 30 people, who had to work hard for every bit of information. Now there are thousands of people at the AIVD and MIVD who are more likely to be faced with an abundance of data. These days, intelligence work is sometimes like looking for a needle in a giant haystack.’
Right of access
Uiterst Vertrouwelijk is not an AIVD book: the researchers did not coordinate the content with the service leadership. Still, Jansen says it is significant that a book like this can now be published. Several active and former AIVD officers even wrote a chapter. ’Historical accountability like this would not have been possible a few decades ago. It is only in recent years that the services are stepping out more and more. Before WW2, its existence was not recognised at all, it was a hidden item in the budget. But even in the decades that followed, for example, all royal decrees surrounding the services remained secret.’
’Now you see the AIVD reluctantly seeking publicity. They increasingly understand the importance of explaining what you do, and why. Unknown makes unloved, just look at the dragnet law debate: scary images are easily created. The AIVD has significant leeway, which means it is important that they continue to explain what they do with their powers, under strict supervision.’
Het uiteindelijke rapport-De Meijer bleef vervolgens intern en onbekend voor de buitenwereld, totdat (deels door een proefschrift uit 1995 van BVD-huishistoricus Dick Engelen) Constant Hijzen, Bart Jacobs en Rowin Jansen het via een inzageverzoek in handen kregen. Volgens de schrijvers biedt het rapport ’een prachtige inkijk in een vergane inlichtingenpraktijk. (...) Het rapport geeft even het gevoel dat je in direct contact staat met die geheime wereld.’
Rode draad
Volgens Rowin Jansen, een van de initiators van het boek, is er één duidelijke rode draad: ’De diensten zijn er om beleidsmakers tijdig te informeren, zodat die vervolgens dreigingen het hoofd kunnen bieden. De samenleving verandert de technieken veranderen, maar de diensten veranderen mee. Dit boek laat zien hoe de diensten mee moeten blijven bewegen om relevant te blijven.’
Toch zijn er ook grote verschillen. Jansen: ’Direct na de Eerste Wereldoorlog werkten er nog geen dertig man bij de dienst, die hard moesten werken voor elk beetje informatie. Nu zijn er duizenden mensen bij de AIVD en de MIVD die eerder te maken hebben met een overvloed aan data. Tegenwoordig is inlichtingenwerk soms het vinden van een speldenknopje in een gigantische hooiberg.’
Openbaarheid
Uiterst Vertrouwelijk is geen boek van de AIVD: de onderzoekers hebben de inhoud niet afgestemd met de dienstleiding. Toch is het volgens Jansen significant dat een boek als dit nu wel kan verschijnen. Er schreven zelfs enkele actieve en voormalige AIVD’ers een hoofdstuk. ’Historische verantwoording als deze was een paar decennia geleden niet mogelijk geweest. Pas de laatste jaren treden de diensten steeds meer naar buiten. Voor WO2 werd het bestaan Überhaupt niet erkend, was het een verborgen post op de begroting. Maar ook in de decennia erna bleven bijvoorbeeld alle Koninklijke Besluiten rondom de diensten geheim.’
’Nu zie je dat de AIVD schoorvoetend de openbaarheid opzoekt. Ze snappen steeds beter dat het belangrijk is om uit te leggen wat je doet, en waarom je dat doet. Onbekend maakt onbemind, kijk maar naar de sleepwetdiscussie: er ontstaan makkelijk spookbeelden. De AIVD mag heel veel, dus dan is het belangrijk dat ze blijven uitleggen wat ze met hun bevoegdheden doen, onder streng toezicht.’
Faculty of Law , Research Centre for State and Law , Faculty of Science , Faculty of Arts , Radboud Institute for Culture and History , Interdisciplinary Hub for Digitalization and Society