Wetlands, zoals venen en moerassen, zijn in Nederland grotendeels verdwenen. Door middel van vernatting en de groei van de juiste planten, kunnen wetlands weer hersteld worden. Dat blijkt uit onderzoek van Renske Vroom, die op 13 september op dit onderwerp promoveert aan de Radboud Universiteit.
Wetlands zijn plekken waar land en water samenkomen, zoals laagvenen en moerassen. Ecoloog Renske Vroom: ’Deze gebieden zijn bijvoorbeeld erg belangrijk voor schoon water. Ze voorkomen overstromingen en zijn schatkamers voor de biodiversiteit. Bovendien slaan ze veel koolstof op, wat heel belangrijk is voor het klimaat. Als die gebieden worden drooggelegd, komt er heel veel extra CO2 vrij en zakt de bodem.’ Ze moeten dus hersteld worden, óók volgens de Natuurherstelwet, en vooral in Nederland valt winst te behalen. ’Wereldwijd is ongeveer 21% van de wetlands aangetast door de mens, maar in Nederland ligt dat percentage op 77%. Hier zijn veel venen drooggelegd voor de landbouw.’
Waterkwaliteit
Maar als je deze drooggelegde gebieden weer nat gaat maken, krijg je er een nieuw probleem bij. Door intensieve landbouw zijn die gebieden namelijk niet meer in goede staat. Vroom: ’Door onder andere kunstmest zitten er veel schadelijke stoffen in de grond. Als je dat nat gaat maken, stromen al die stoffen zo weer de natuur in. Dat is slecht voor bijvoorbeeld de waterkwaliteit.’
Wat helpt, is het telen van planten boven op die natgemaakte bodem: die gaan juist goed groeien van die voedingsstoffen in de grond. In meerdere experimenten in de buurt van Zaandam en in Duitsland zette Vroom de tuinslang of de pomp open en liet ze hele gebieden onder water lopen. Sommige delen bleven wat droger, bij andere stond het waterpeil wel 20 centimeter hoog. ’We kwamen erachter dat de lisdodde het erg goed doet op veen waar veel stikstof in zit. Azolla, een soort kroos, doet het goed als je veel fosfaat hebt. Veenmos werkt weer erg goed als er weinig voedingsstoffen in een bodem zitten.’
Oogsten
Het mooie is, is dat je deze plantjes kunt oogsten én kunt gebruiken. ’Lisdodde kun je bijvoorbeeld gebruiken om isolatiemateriaal te maken en deels als koeienvoer. Azolla kan ook dienen als veevoer, of als bodemverbeteraar.’
Het voordeel hiervan is dat de transitie van landbouw naar natuurontwikkeling zo gunstig kan uitpakken voor natuur én boer: boeren kunnen in theorie land vernatten, daar planten op laten groeien en vervolgens de oogst verkopen. Vroom: ’Er wordt veel gezegd dat er altijd maar meer onderzoek nodig is, maar inmiddels blijkt uit steeds meer studies dat deze methoden heel goed werken. Het belangrijkste is dat wetlands worden hersteld. Op een gegeven moment moet je dat ook gewoon gaan doen. Met vernatten en planten laten groeien, kun je in principe het probleem oplossen.’