Grasduinen in het arsenaal van de democratie

- EN- NL

Van polarisatie, desinformatie en populisten in eigen land tot geopolitieke druk vanuit het buitenland: de Europese democratie staat onder druk. In een poging om een van haar kernwaarden te bewaken en verder te versterken, financiert de EU een onderzoeksproject over het bevorderen van de democratie. Professor Giselle Bosse, Oost-Europa-deskundige bij FASoS, is verantwoordelijk voor het onderdeel ’Democratisering en economische modernisering onder autoritaire en hybride regimes’.

Eerder dit jaar heeft de EU een Horizon-subsidie van 3 miljoen euro toegekend aan een consortium van 14 universiteiten voor een project met de naam ’Embracing change: Overcoming obstacles and advancing democracy in the European neighbourhood’ (EMBRACE). Maar waar is die Europese ’neighbourhood’ dan? "Ik ben niet overdreven enthousiast over de naam, " zegt Bosse. "Maar je kunt denken aan alle landen rond de Middellandse Zee en de voormalige Sovjetlanden."

Haar deel van het project draait om economische modernisering en de wisselwerking ervan met democratisering. De nadruk ligt op autoritaire en hybride regimes - de laatste combineren democratische kenmerken (zoals frequente en directe verkiezingen) met autocratische (bijvoorbeeld politieke repressie). "We gaan onderzoeken of de instrumenten van de EU ter bevordering van de democratie nog voldoen, en hoe ze moeten worden aangepast in een voortdurend veranderende mondiale context."

Naïef economisch beest

Maar zouden landen zichzelf niet moeten democratiseren? "Niet iedereen wil worden zoals de EU en dat is volkomen legitiem, " zegt Bosse. Volgens haar is de EU gevallen voor het naïeve geloof dat democratie logisch voortvloeit uit handel. "De EU is van nature een economisch beest dat de rest van de wereld benadert via handelsovereenkomsten. Maar is dat genoeg om daadwerkelijk democratie te bevorderen? "

De historische context is cruciaal. "Landen die na de Koude Oorlog vrij autocratisch begonnen - denk aan Azerbeidzjan, Wit-Rusland of Turkmenistan - zijn eigenlijk op dat spoor gebleven." Oekraïne, Moldavië en Georgië waren echter al begonnen met de ontwikkeling van democratische systemen tegen de tijd dat de Sovjet-Unie instortte. "Hier zie je een gestage, maar onevenwichtige verbetering."

De twee grote obstakels, zegt ze, zijn de diepgewortelde corruptie in Oost-Europa en de gijzeling van de staat door oligarchen, die hervormingsprocessen belemmeren door politieke invloed of dominantie van de media. "Oekraïne had bijvoorbeeld grote moeite om een openbaar ministerie op te zetten dat de monopolies van de oligarchen kon beteugelen."

Giselle Bosse is universitair hoofddocent EU External Relations en bezet de Jean Monnet-leerstoel aan de Faculty of Arts and Social Sciences van de Universiteit Maastricht. Zij is ook mededirecteur van het Centre for European Research in Maastricht (CERiM).

Tegemoetkomen aan Russische gevoeligheden

Ook geopolitiek speelt een belangrijke rol. "De inmenging van Rusland in de strijd van Oekraïne voor democratie is slechts één voorbeeld. Armenië stond op het punt om een handelsovereenkomst met de EU te sluiten, maar trok zich op het laatste moment terug na een bezoek van de Russische minister van Buitenlandse Zaken." Na de oorlog van Rusland tegen Oekraïne in 2014, toonde de EU minder ambitie in het ondersteunen van landen als Georgië en Moldavië op hun weg naar democratisering en hervormingen.

Bosse wijst erop dat de uitbreiding van de EU naar het oosten niet alleen nieuwe leden met zich meebracht, maar ook nieuwe buren, zoals Oekraïne. "De EU wilde goede betrekkingen en geen harde grenzen. Tegelijkertijd was er een gevoel van uitbreidingsmoeheid, waardoor deze landen niet het vooruitzicht kregen om uiteindelijk tot de EU toe te treden." In plaats daarvan zouden zij de Europese ’neighbourhood’ worden, waartoe aanvankelijk ook Rusland behoorde. Maar Rusland verwierp dit idee en gaf er de voorkeur aan ’strategische partners’ te blijven.

De EU wilde goede betrekkingen en geen harde grenzen. Tegelijkertijd was er een gevoel van uitbreidingsmoeheid, waardoor deze landen niet het vooruitzicht kregen om uiteindelijk tot de EU toe te treden.

Te vroeg gejuicht?

Nu biedt de EU Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat aan, niet alleen om de democratische hervormingen in het land te stimuleren, maar ook om een politiek statement te maken. "Oekraïne is niet opeens ’meer klaar’ om toe te treden tot de EU. Zelfs de landen die eerder lid werden van de EU, voldeden niet aan de hervormingsindicatoren volgens de EU-criteria van Kopenhagen uit 1993", zegt Bosse.

"Ook een land als Nederland voert niet alle regels en voorschriften uit - neem de achterblijvende voedselveiligheidsnormen als gevolg van de landbouwlobby." Het EU-lidmaatschap is zeker geen wondermiddel voor de juridische problemen van Polen, de situatie in Hongarije of corruptie in het algemeen. "Maar er is een algemene trend ten goede. Als je naar de persvrijheid kijkt, behoren Estland en Litouwen nu tot de top van Europa; ver vóór Nederland."

De kandidatuur van Kroatië, bijvoorbeeld, duurde meer dan tien jaar en het land had het voordeel dat het niet in oorlog was. "Van de kandidaten wordt niet verwacht dat zij al aan alle lidmaatschapscriteria voldoen. Oekraïne heeft in het kader van zijn associatieovereenkomst al veel hervormingen doorgevoerd, met name in het bankwezen en bij overheidsopdrachten. Het land scoort nog steeds slechts 3,2 op 10 op het gebied van corruptie [10 is het minst corrupt]. Op zich niets om trots op te zijn, maar Polen zat het jaar voor de toetreding op 3,6 en Roemenië op 3,1."

Voor haar onderzoek heeft Bosse Oekraïne vele malen bezocht. "De Maidan, of het onafhankelijkheidsplein, waar meer dan 100 mensen stierven in hun strijd voor democratie en vrijheid, heeft grote indruk op me gemaakt." De huidige Russische invasie is hard aangekomen. "Ik herken alle plekken in Kyiv die je op het nieuws ziet."

Bosse vertelt over vrienden en collega’s die het land niet kunnen verlaten vanwege de dienstplicht, die familie hebben die vastzitten in oorlogsgebieden, of van wie familieleden zijn gedood of als vermist zijn opgegeven. "Iedereen heeft wel zo’n verhaal. Ik heb veel Oekraïners leren kennen toen we nog studeerden. Nu wordt hun leven compleet overhoopgehaald."

Wat Bosse het meest zorgen baart, is dat ’het Westen’ geleidelijk zijn belangstelling voor de oorlog verliest. "De internationale media-aandacht is de afgelopen twee maanden duidelijk afgenomen. Oekraïense vlaggen verdwijnen van ramen en vlaggenmasten, donaties worden minder. Dat maakt een project als EMBRACE des te belangrijker. We werken samen met wetenschappers uit Oekraïne om te analyseren hoe de EU de hervormingsinspanningen van het land de komende jaren het beste kan ondersteunen, en om ervoor te zorgen dat Oekraïne en zijn bevolking hoog op de agenda van de EU-beleidsmakers blijven staan."

Tekst door Florian Raith
Fotografie door Sem Shayne