Frank van Eekeren benoemd tot hoogleraar Sport & Society

- EN- NL
Frank van Eekeren is met ingang van 1 september 2022 benoemd tot hoogleraar Sport & Society aan het Departement Bestuursen Organisatiewetenschap van de Universiteit Utrecht. Daarin zal hij zijn aandacht richten op publieke waardecreatie door sportorganisaties, zoals sociale cohesie in wijken en het bevorderen van participatie van moeilijk bereikbare doelgroepen. Daarnaast hebben integriteitsvraagstukken, goed bestuur en maatschappelijk verantwoord ondernemen in de sport zijn grote belangstelling. ’Sport is een grote spiegel van de samenleving, dat maakt het zo fascinerend. Daarom is mijn onderzoek ook geen sportonderzoek maar onderzoek in de sport’, zegt Van Eekeren.

Het departement Bestuursen Organisatiewetenschap (USBO) kent al meer dan twintig jaar een traditie van onderwijs, onderzoek, advies en impact rond bestuursen organisatievraagstukken met sport als onderzoekscontext, zegt hoogleraar en collega-onderzoeker in de sport, Maarten van Bottenburg. Al sinds het begin heeft Frank van Eekeren daaraan bijgedragen door onderwijs, onderzoek en consultancy te verbinden, en samenwerkingen aan te gaan met betrokken burgers, professionals en organisaties in het maatschappelijk veld. Bovendien staat hij erom bekend dat het aanbrengen van nuances en aanbieden van alternatieve perspectieven net zo essentieel en betekenisvol voor hem zijn als de wetenschappelijke analyse waarop zij gebaseerd zijn.

Eigenlijk draait alles om ’inzicht met impact’


Ik zie ik mijn benoeming echt als een uiting van het nieuwe Erkennen en Waarderen binnen de universiteit: het departement Bestuursen Organisatiewetenschap voegt wat dat betreft de daad bij het woord, voegt Van Eekeren daar zelf aan toe.  Uiteraard begint alles bij wetenschappelijk onderzoek en analyse, maar voor mij is de impact - onderzoek doen naar maatschappelijk relevante thema’s en zorgen dat de kennis en inzichten landen in de praktijk en in beleid - minstens zo belangrijk. Ik probeer de mensen aan het denken te zetten, misschien eens een ander straatje te laten inlopen, iets aan te reiken waardoor ze anders naar de dingen gaan kijken. Dat vind ik de kern van mijn werk.

Eigenlijk draait alles om ’inzicht met impact’. Je moet eerst inzicht verwerven: hoe zitten de zaken in elkaar. Daarna kun je oplossingen bedenken. Maar het is pas interessant als het ook impact heeft. Het kan best de bestaande ideeën en meningen bevestigen, maar het kan ook zijn dat je inzicht net even anders is dan het mainstream-denken.

Frank van Eekeren

Van Eekeren is de drijvende kracht geweest achter de totstandkoming van het onderzoeks-focusgebied Sport & Society van de Universiteit Utrecht en de Vitality Academy, een samenwerkingsverband tussen Universiteit Utrecht, UMC Utrecht, Wageningen Universiteit en Technische Universiteit Eindhoven.  Hij bekleedt meerdere maatschappelijke functies, waaronder die van bestuurslid van de PSV Foundation en lid van de Maatschappelijke adviesraad van FC Utrecht. Hij maakte deel uit dan de adviesraad Goed Sportbestuur van NOC*NSF en is vaste columnist in vakblad Sport & Strategie.

Van Eekeren is een ondernemende en verbindende wetenschapper met een uitgebreid nationaal en internationaal netwerk. Als research associate is hij verbonden aan de Universiteit van Johannesburg (Zuid-Afrika), lid van het scientific committee van het World Congress on Science and Football en een gewaardeerd, terugkerend gastdocent bij buitenlandse universiteiten in onder meer Keulen, Johannesburg en Tsukuba (Japan). De afgelopen drie jaar was hij tevens Lector Impact of Sport aan De Haagse Hogeschool. Recent verscheen het boek Good Governance in Sport. Critical Reflections, dat hij samenstelde met Arnout Geeraert (Routledge, 2022).

Sport en samenleving nauw verweven
 

Sport is een belangrijk sociaal maatschappelijk fenomeen en heeft daarmee impact op de samenleving. De vraag is: hoe organiseer je die sport zodanig dat het enerzijds zoveel mogelijk positieve impact heeft en anderzijds: hoe voorkom je dat er allerlei misstanden plaatsvinden. Dat heeft allebei te maken met hoe je het bestuurt en organiseert, aldus Frank van Eekeren.

In de sport kan criminele ondermijning of matchfixing plaatsvinden maar gebeuren ook fantastische goede dingen. Groepen mensen die elkaar nooit ergens anders tegenkomen, ontmoeten elkaar daar. Sport is een gezonde activiteit. Grote sportevenementen kunnen enorm veel plezier opleveren, en de identiteit van een land of een stad versterken. Tegelijkertijd kan rondom de biedingen om ze te mogen organiseren ook fraude en corruptie plaatsvinden. Hoe houd je dat allemaal in evenwicht?

En dan zijn er nog de grotere maatschappelijke vraagstukken rondom gezondheid, duurzaamheid, inclusie: is de sport daar verantwoordelijk voor; wie zorgt dat deze vraagstukken binnen de sport op een goede manier aan de orde gesteld worden?



In de sport zien we maatschappelijk vraagstukken weerspiegeld en soms ook uitvergroot

In de sport zien we maatschappelijk vraagstukken weerspiegeld en soms ook uitvergroot. Soms vinden sportclubs dat de politiek, de politie of iemand anders die moeten oplossen. Zoals bij rellen door zogenaamde voetbalsupporters. Ze zijn daar soms wat opportunistisch in, maar wat daarbij een rol speelt, is dat de sport van oudsher autonoom en privaat georganiseerd was, onafhankelijk. Maar sinds een jaar of dertig, veertig is dat verschoven, door de popularisering, commercialisering en zelfs instrumentalisering van de sport, waarin sport benut kan worden om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Dat soort ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat de verwevenheid tussen sport en samenleving nauwer is geworden.

In mijn optiek zijn sportorganisaties steeds meer hybride organisaties geworden: weliswaar veelal privaat georganiseerd, maar met veel publieke eigenschappen Dat vraagt om een hele nieuwe manier van aansturen, verantwoordelijkheid nemen en uitvoeren.

Je had het over opportunisme van sommige sportclubs; je kunt ook zeggen: dat is de sport juist eigen. Competitie, strijd tussen ’wij’ en ’zij’, tussen winnaars en verliezers - terwijl sport ook altijd zegt te ’verbroederen’. Dat klinkt nogal ambivalent.

Er zitten in de sport heel veel schijnbare tegenstellingen, legt Van Eekeren uit. Je wilt de ander inderdaad verslaan maar dan zou je ook denken dat het voor de sport moeilijk is om zich te verenigen maar dat doen ze juist weer heel erg goed. Je hebt NOCNSF en allerlei sportbonden die zich verenigen omdat ze weten dat ze elkaar nodig hebben, zelfs de sector als geheel. Er is recent een nieuw sectoroverleg opgericht, met daarin gemeenten, het ministerie van VWS, NOC*NSF en de ondernemende sportaanbieders. De cultuursector komt weleens naar mij toe met de vraag: hoe komt de sport iedere keer weer op de agenda? Terwijl korfbal, curling en schaken misschien wel net zoveel van elkaar verschillen als een poppodium, een museum en een koor - maar dat als cultuursector bij elkaar krijgen, lukt niet. Dat heeft dus ook met de institutionele inbedding van de sport te maken.

Ben je ook voor vragen uit die andere sectoren beschikbaar als onderzoeker?

Zeker. Ik denk ook dat het heel belangrijk is om te benoemen dat ik mijzelf niet zie als een sportonderzoeker. Ik ben een Bestuursen organisatiewetenschapper die heel erg gefascineerd is door de specifieke context van de sport. Je ziet daar dingen gebeuren die je nergens anders ziet, die je in die specifieke context kunt bestuderen en daarover kun je gerichte aanbevelingen doen. Maar tegelijkertijd zie je in de sport algemenere ontwikkelingen terug. Een bibliotheek is bijvoorbeeld van oudsher een publieke organisatie die steeds meer privaat moet gaan werken - die wordt ook hybride. De NS is ook een hybride organisatie. De lessen die we leren in de sport kunnen we ook proberen te vertalen naar andere sectoren - steeds rekening houdend met die andere context.

Concrete projecten waarmee Frank van Eekeren en de andere onderzoekers en adviseurs binnen de leerstoel Sport & Society aan de slag zijn, hebben betrekking op integriteit en goed (sport)bestuur en publieke waarde(n)creatie. Zo onderzoeken zij onder andere matchfixing, criminele infiltratie en ondermijning van sportverenigingen, en hoe je dat tegen zou kunnen gaan. Daarnaast evalueren onderzoekers de maatschappelijke legacy van grote sportevenementen, zoals bijvoorbeeld de start van de Vuelta in Nederland (augustus 2022). Recent startten zij een driejarige samenwerking met de Eredivisie CV op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. En binnenkort wordt bovendien het contract getekend voor een meerjarige samenwerking van de Universiteit Utrecht en FC Utrecht, zowel gericht op community building (hoe kan een betaald voetbal organisatie bijdragen aan de ontwikkeling van kwetsbare wijken) als op teamperformance (hoe kan de teamprestatie op het veld worden bevorderd door een meer waardengedreven organisatie).

Sportnieuws is vaak goed nieuws, maar je hebt ook oog voor de schaduwkanten van de sport?

Ik vind sport zo mooi en interessant dat ik juist wil dat we er kritisch naar kijken. Wat er nu in het turnen gebeurt, met de gevallen van grensoverschrijdend gedrag... dat is waanzinnig. Hooliganism, criminele infiltratie in de sport, doping, matchfixing - het zijn sterk uiteenlopende bedreigingen voor het aanzien en de integriteit van de sport, zegt Van Eekeren.



Ik vind sport zo mooi en interessant dat ik juist wil dat we er kritisch naar kijken

Die misstanden kennen geen eenvoudige oplossingen. De praktijk is ongelofelijk complex is en vol dilemma’s. Het gaat om machtsverhoudingen, formele en informele sferen, cultuur, structuur - alles loopt door elkaar - zoals in iedere organisatie trouwens.

Dilemmatrainingen zijn waarschijnlijk veel effectiever dan sancties


Het klink heel stoer als je zegt dat je zero tolerance hanteert voor criminele ondermijning van een club. Maar als je club noodlijdend is en er iemand komt die het hele dorp goed kent, die zegt: ’ik heb nog wat geld, ik knap die kantine wel voor jullie op,’ wat doe je dan? En wat als diegene vervolgens zegt: zal ik dan ook in het bestuur komen zitten? Waarna hij op vrijdagavond de kantine wil afhuren omdat er dan toch niets gebeurt, en vervolgens blijkt dat er op die avond een drugssyndicaat zit te vergaderen in je club? Dat is hoe het soms gaat. Het begint heel klein. Daarvoor zijn dilemmatrainingen waarschijnlijk veel effectiever dan sancties.

Het is geen rocket science, maar je hebt er goed onderzoek voor nodig om te kunnen onderbouwen hoe dit werkt. Waarom het niet uniek is, dat het te maken heeft met de structuur van de club en de totstandkoming van besturen. Dat geldstromen in verenigingen vaak niet transparant zijn. Het gaat ook over de cultuur binnen een club, wijk of dorp en de cultuur binnen de sport zelf.

Voetbal is bijvoorbeeld nog steeds een mannenwereld. Dat gaat gelukkig veranderen. Ik moet me er dus ook van bewust zijn dat ik zelf inmiddels die witte ’oude’ man ben die in besturen zit, dus ik ben er ook zelf ook verantwoordelijk voor dat vrouwen, jongeren, mensen met een beperking of mensen met een migratieachtergrond allemaal hun plek krijgen in die sport. Ik ben van jongsafaan in die sport actief, heb het doorleeft - dat is een voordeel maar kan ook een zwakte zijn. Ik moet dus ook distantie houden tot mijn onderzoeksobject, me bewust zijn van eventuele blinde vlekken. Want juist die blinde vlekken maken het eng.

Verantwoordelijkheid nemen is dus ook belangrijk. In de sport net zo goed als in de samenleving.

Sport is een grote spiegel van de samenleving, dat maakt het zo fascinerend. Als wij politici hebben die niet de leiding nemen, of zaken naar elkaar afschuiven, of de verkeerde mensen naar voren stappen, dan lossen we de problemen niet op - dat zie je in de sport ook. Op het moment dat het misgaat in de sport, is er niemand de baas. Anderzijds, de overheid zegt bijvoorbeeld: hooligans, dat zijn jullie supporters. Maar dat zijn gewoon kloothommels die een shirtje van de club aantrekken om te kunnen rellen.



De vraag ’Who’s the boss’ komt eigenlijk op alle niveaus terug

De vraag ’Who’s the boss’ komt eigenlijk op alle niveaus terug. Als we bijvoorbeeld beweegarmoede en obesitas willen aanpakken, is de sport daar dan verantwoordelijk voor? Of toch de overheid, of allebei? Wie neemt de leiding? Je ziet die vraag bijvoorbeeld ook binnen betaald voetbalclubs: is de technisch directeur de baas, de trainer, de sterspeler, de sponsor of misschien toch de hooligans die dreigen dat ze in je tuin komen staan?

Wie en wat bepaalt of een vereniging levensvatbaar is? Wat moet een sportevenement maatschappelijk opleveren, wie zijn daarbij aan zet? Wie is eigenlijk de baas over het maatschappelijk inzetten van sport in de wijk? En wie neemt het voortouw bij vraagstukken rondom sport en gezondheid, inclusie, duurzaamheid in kwetsbare wijken? En op macroniveau: wie is eigenlijk aansprakelijk als er misstanden zijn in de sport?

Dat zijn een heleboel vragen. Daar kunnen we nog lang over doorpraten...

Dat ga ik de komende jaren graag doen.