’Energiebedrijven moet je zien en reguleren als financiële bedrijven’

Het Nederlandse prijsplafond voor energie dat per 1 januari 2023 van kracht wordt, zal waarschijnlijk overbodig zijn. Dat zegt Ronald Huisman van de Utrecht University School of Economics (U.S.E.). Hij verwacht dat de prijzen gaan dalen, nu de markt weer tot rust lijkt gekomen. De extreme prijsstijgingen na het wegvallen van de Russische gasimport waren ook eigenlijk alleen te verklaren door de marktmacht van de overgebleven leveranciers, volgens hem. Dat pleit niet zozeer voor het afschaffen van marktwerking in de energiesector, als wel voor een andere benadering van de energieleveranciers. ’Tot nu toe keek de overheid naar de energiebedrijven als nutsbedrijven. Mijn stelling is: je moet ze zien als financiële bedrijven, net als pensioenfondsen. En zo moet je zo ook reguleren.’

Sinds de oorlog in Oekraïne, de daaropvolgende sancties tegen Rusland en het stilvallen van de gastoevoer vanuit dat land, volgden de ontwikkelingen op de energiemarkt elkaar in hoog tempo op. De gasprijzen stegen in heel Europa, sommige energieleveranciers gingen failliet, andere worstelden met de toezichthouders en de politiek over prijsverhogingen. Burgers en bedrijven werden pijnlijk geconfronteerd met fors gestegen rekeningen en konden die soms niet of nauwelijks betalen. In de Tweede Kamer en in Europees verband werd intensief overleg gevoerd over prijsplafonds, gezamenlijke inkoop van energie en het herverdelen van de grote winsten die de overgebleven leveranciers op de energiemarkt maakten.

Nu de rust enigszins teruggekeerd lijkt, is het hoog tijd om de ontwikkelingen op de energiemarkt te duiden. Hoe kwamen ze tot stand en hoe moet het nu verder? We spraken erover met Ronald Huisman van de Utrecht University School of Economics (U.S.E.), kenner van de nationale en internationale energiemarkt, en niet alleen als wetenschapper. Toen de energiemarkt in Nederland in de jaren ’90 werd geliberaliseerd, had hij zelf nog een adviesbedrijf in de energiesector. Met al zijn kennis en ervaring denkt hij na over de regulering van de energiemarkt en over de inpassing en financiering van duurzame energie.

Energiebedrijven moeten kopen en verkopen op beurzen, daar moet je wel je businessmodel op aanpassen.

Energiebedrijven moeten kopen en verkopen op beurzen, dat is heel risicovol. Ik vind het op zich heel goed dat het zo werkt, maar als bedrijf moet je wel je businessmodel daarop aanpassen, zegt Huisman. Bovendien: tot nu toe keek de overheid naar de energiebedrijven als nutsbedrijven. Mijn stelling is: je moet ze zien als financiële bedrijven, net als pensioenfondsen. En zo moet je zo ook reguleren. Die richting lijkt nu enigszins ingezet maar het kost natuurlijk veel tijd voordat de overheid die kant op beweegt.

Pensioenfondsen beleggen ook op beurzen. Dat gaat vaak goed, soms minder goed. Zij hebben wel altijd de verplichting om pensioenen uit te keren, zoals de energiebedrijven de verplichting hebben om energie te leveren aan hun klanten.

In de energiemarkt lijkt wel sprake van sturing op kwartaalcijfers of zelfs dagkoersen. De fluctuaties in de gasprijs waren de afgelopen maanden enorm. Kun je dat burgers en bedrijven wel aandoen?

Het is wel echt nu dat dit speelt; de markt is helemaal ontregeld door een extreme situatie, door de oorlog in Oekraïne en alle gevolgen daarvan. De chantage door Rusland, zou ik eigenlijk willen zeggen. De markt heeft jaren goed gewerkt; de energieprijzen waren stabiel. Maar als de leverancier van 30% van het gas (Rusland) in Nederland wegvalt en heel veel onzekerheid oproept over leveringen door de Nordstream pijpleidingen - daar kun je niet tegenaan plannen. Dus dat is een probleem in die gasmarkt. In de politiek spreekt men nu soms over ’marktfalen’ maar dat is niet terecht, we zitten in een uitzonderlijke situatie.

Maar hoe werkt het precies met die stijgende en dalende gasprijs? En wat gaat dat betekenen voor de korte of lange termijn energiecontracten?

Hoe werkt de gasmarkt? Een energiebedrijf als bijvoorbeeld Eneco koopt gas in bij Gasterra (de voormalige Gasunie) en/of op termijnmarkten. Men koopt nu in voor toekomstige perioden. De prijzen op de beurzen nu bepalen dus wat je in de toekomst betaalt. Energiebedrijven passen hun leveringsprijzen dus aan op het moment dat prijzen op de beurzen of bij Gasterra veranderen, legt Huisman uit.

Om te handelen op beurzen of met Gasterra moeten energiebedrijven kapitaal reserveren (net zoals pensioenfondsen dat voor hun dekkingsgraad moeten doen). Dat kapitaal moet groter zijn naarmate de contracten langer lopen, omdat er voor de langere termijn meer onzekerheid is.

De markt is nu helemaal ontregeld door een extreme situatie

Als je dat nu zou doen met die extreem hoge prijzen, is dat kapitaal voor die energiebedrijven gewoon niet op te brengen. Dan zouden de energiecontracten nog veel duurder geworden zijn voor ons allemaal. Daarom hebben de energiebedrijven in samenspraak met de overheid gezegd: wij leveren nu even geen langere termijncontracten, want dat wordt veel te duur en onhandelbaar. De kortere termijncontracten zijn aan de ene kant heel onzeker voor huishoudens, maar aan de andere kant: de markt is nu helemaal ontregeld door een extreme situatie.

De internationale gasmarkt moet nu weer helemaal opnieuw ingericht gaan worden. We gaan nu importeren uit de VS, er wordt nu eindelijk een pijpleiding tussen Frankrijk en Spanje afgebouwd. De hele supply-kant van de markt wordt omgegooid. In zo’n markt zijn de prijzen volslagen uit het lood. Ik zou in zo’n markt huishoudens nooit kunnen adviseren voor drie jaar je prijs vast te zetten. Als politici dan zeggen dat vanuit de overheid regulering moet komen om nu drie-jaars contracten te moeten vaststellen met klanten - dat zou de stomste timing ooit zijn.

Moeten we energie nog wel aan de markt overlaten?

Ik ben tegen het afschaffen van de markt, zegt Huisman beslist. Maar het is geen markt om zomaar vrij te laten. Je moet er goed over nadenken.

Wat ik ook goed vind om te lezen: dat de EU nu heeft besloten om gezamenlijk energie te gaan inkopen. Met name op de internationale markt is dat belangrijk. De gasprijs was altijd zo’n 25-30 euro per megawattuur. Het was, gezien de oorlog in Oekraïne de gevolgen daarvan best te verklaren dat ze verdubbelden naar 50 of verdrievoudigden naar 75 euro, maar ik kan echt vanuit geen enkel fundament verklaren dat die prijzen ineens naar 350 euro gingen. Wat we hier zien, is marktmacht. Als er te weinig aanbieders zijn, dan kunnen leveranciers vragen wat ze willen. In die markt heeft de EU gezegd: we gaan nu alle gasvoorraden vullen en dat gaan we deze maanden doen. Dat hebben we de afgelopen jaren niet gedaan omdat de energieprijs zo stabiel was. In een markt waarin er al zo weinig aanbieders zijn, is dat voor hen natuurlijk fantastisch om te horen! Dat is wat er is gebeurd.

Toen eenmaal door de EU gezegd werd: we hebben ons strategische target van 80 % voorraad voor de winter bereikt, klapte de gasprijs weer in elkaar. En als je die marktmacht tegen kunt gaan door een gezamenlijk inkoopbeleid of je legt er juist een prijsplafond op, dan daar ben ik heel erg voor.

Maar het is wel belangrijk om de extremen ook als extremen te zien. Er niet iets normaals van maken. Energie is een ’basic human need’, en zo moeten we het ook behandelen.

Er is in Nederland nu een prijsplafond afgesproken, dat op 1 januari 2023 ingaat.

Ik denk dat het te laat is, en overbodig bovendien. De kans dat de prijs gaat dalen is nu veel groter dan dat de prijs gaat stijgen. Mensen moeten nu geholpen worden, maar de kans is best groot dat de gasprijs in januari minder hoog is dan afgelopen zomer.

Economen moeten hun gebruikelijke denkwijze, modellen en evenwichten even opzij zetten

Als econoom zou je geneigd zijn te zeggen: je moet mensen nu juist niet tegemoetkomen; je moet ervoor zorgen dat mensen minder energie gaan gebruiken. Een supply probleem moet je in principe nooit oplossen door mensen meer geld te geven, want dan gaan ze meer uitgeven en daarmee los je het leveringsprobleem niet op. Maar als mens voel ik natuurlijk ook wel dat ondernemers en huishoudens die in de problemen zijn gekomen, geholpen moeten worden. Dat is natuurlijk ook waar de politiek op reageert. Het is een extreme situatie. Als economen moeten we dan ook zeggen; we moeten onze gebruikelijke denkwijze, modellen en evenwichten even opzijzetten, want die zijn nooit gemaakt voor zo’n situatie. Maar het is wel belangrijk om de extremen ook als extremen te blijven zien. Er niet iets normaals van maken. Energie is een basic human need, en zo moeten we het ook behandelen.

We hebben nu de hele tijd gesproken over gas. Dat onderstreept hoe afhankelijk we nog zijn van fossiele brandstoffen. Toch zitten we eigenlijk in een energietransitie. Ook jij doet vooral onderzoek naar investeringen in duurzame energie.

Als de oorlog voorbij is, gaat de aandacht weer gefocused worden op de energietransitie. Het is inderdaad een transitie, dus we zullen tijdelijk nog gas en kolen nodig hebben om daar te komen. De vraag is nu natuurlijk ook of we wel op gas kunnen vertrouwen als de brandstof voor de transitie. Hier komt ook de politiek weer in beeld, en de geopolitiek. Je ziet: energie is een systeem, een heel complex systeem en daarin gaat de komende vijf tot tien jaar heel veel veranderen.

Meer weten

Wilt u meer weten over de ontwikkelingen op de energiemarkt, de energietransitie of investeren in duurzame energie? Neem dan contact op met Ronald Huisman: r.huisman2@uu.nl.