Eerste kippen in testfase gevaccineerd tegen vogelgriepvirus

De eerste prik is gezet: 1800 eendagskuikens krijgen een vaccinatie tegen hoogpathogene vogelgriep. Nog niet eerder zijn kippen in Nederland in een veldproef gevaccineerd tegen vogelgriep. Daarmee is de veldproef, die plaatsvindt in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), gestart. Dit is een belangrijke stap richting het grootschalig vaccineren van pluimvee tegen het vogelgriepvirus.

Uit eerder onderzoek bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) is gebleken dat twee vectorvaccins tegen hoogpathogene vogelgriep effectief te zijn tegen verspreiding van het virus. Het ministerie laat nu in de veldproef Wageningen University & Research (WUR), Royal GD (Gezondheidsdienst voor Dieren) en de Faculteit Diergeneeskunde onderzoeken of deze twee vaccins ook effectief zijn in een praktijkomgeving. Bij de start van de veldproef worden de kuikens ingedeeld in verschillende testgroepen. Gedurende de proef worden de kippen op de twee bedrijven intensief gemonitord en gecontroleerd, in lijn met de nieuwe Europese verordening. De vaccins zijn beoordeeld door deskundigen op onder andere veiligheid voor humane consumptie. Kippen worden nu ook al gevaccineerd tegen diverse ziektes.

Ik vind het mooi om te zien hoe we in Nederland de krachten bundelen rond dit belangrijke onderwerp.

Francisca Velkers

Onderzoeker faculteit Diergeneeskunde

Vogelgriep is een ernstige ziekte waar de pluimveesector enorm door is getroffen, en waardoor heel veel wilde vogels zijn gestorven. We komen daarom samen in actie om het aantal besmettingen terug te dringen.

Piet Adema

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

Resultaten

De proef op de twee bedrijven duurt tot in het derde kwartaal van 2025. De eerste resultaten worden in het eerste kwartaal van 2024 verwacht. Onder praktijkomstandigheden kan de effectiviteit van een vaccin anders zijn dan onder gecontroleerde omstandigheden in een laboratorium. In een pluimveestal zijn bijvoorbeeld de huisvesting en het stalklimaat anders, worden de dieren tegen meer ziekten gevaccineerd en zijn er andere kiemen in de stal aanwezig die de effectiviteit van een vaccin zouden kunnen beïnvloeden. Belangrijk is dat de vaccins niet alleen bescherming geven tegen ziekteverschijnselen, maar vooral verspreiding van het vogelgriepvirus tegengaan. Deze veldproef is een wetenschappelijk onderzoek en de producten van de gevaccineerde kippen worden niet op de markt gebracht.

Effectief surveillanceprogramma

Vanuit de Faculteit Diergeneeskunde zijn Francisca Velkers , Arjan Stegeman , Sjaak de Wit en Egil Fischer betrokken. "Wij zullen ons onder meer richten op de vraag hoe een effectief surveillanceprogramma kan worden ingericht om vast te stellen of een koppel voldoende beschermd is na vaccinatie en om sluimerende infecties snel te detecteren", zegt Velkers. "We doen dit natuurlijk samen met verschillende kennisinstellingen, de overheid en de pluimveesector. Ik vind het mooi om te zien hoe we in Nederland de krachten bundelen rond dit belangrijke onderwerp."

Vaccinatietraject

Het kabinet wil vaccinatie op verantwoorde wijze mogelijk maken, met het oog op de dieren volksgezondheid en dierenwelzijn. Daarom is voor een stapsgewijze benadering gekozen. Naast de veldproef zal ook een pilot worden uitgevoerd om een groter aantal pluimveebedrijven in Nederland te vaccineren. De pilot zal naar verwachting in het tweede kwartaal van 2024 plaatsvinden en is bedoeld om meer ervaring op te doen en te bezien wat de effecten van vaccinatie op de handel in pluimveeproducten zijn. Ook wordt ervaring opgedaan met het opzetten van een surveillanceprogramma. Dat surveillanceprogramma dient ervoor om een eventuele besmetting op een gevaccineerd bedrijf, iets wat ondanks vaccinatie toch zou kunnen gebeuren, zo snel mogelijk op te sporen. Zo wordt de kans dat virus toch blijft circuleren zo klein mogelijk gemaakt.

Alertheid

Het is nog altijd van groot belang dat pluimveehouders alert blijven en dat ze een verdenking van vogelgriep zo snel mogelijk melden bij de NVWA, zoals ze nu ook doen, en de verplichte hygiënemaatregelen blijven toepassen. Dat is op dit moment de beste manier om de kans op een vogelgriepbesmetting zo klein mogelijk te houden.