Onderzoekers hebben in 23 Gelderse rundveebedrijven 129 verschillende bestrijdingsmiddelen teruggevonden, die waarschijnlijk negatieve impact hebben op weidevogels. De onderzoeksbureaus Buijs Agro-services en WECF Nederland publiceerden hierover in 2019 al een rapport, maar hebben het onderzoek recentelijk in samenwerking met wetenschappers van de Radboud Universiteit uitgebreid en gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science of the Total Environment.
’Ondanks alle beschermingsprogramma’s in Nederland verdwijnen de weidevogels in alarmerend tempo. Uit internationale onderzoeken is gebleken dat voedselgebrek voor vogelkuikens een wijdverbreide reden is waarom zij zowel in Europa als in Amerika sterven’, vertelt Jelmer Buijs van Buijs Agro-services en promovendus bij milieuonderzoeker Ad Ragas van de Radboud Universiteit. ’Met dit onderzoek laten we zien dat bestrijdingsmiddelen mogelijk een grote negatieve impact hebben op deze voedselketen.’
Bij de 23 Gelderse rundveebedrijven, waarvan er 22 meedoen aan vogelbeschermingsprogramma’s, namen de onderzoekers monsters van de bodem, voedsel, strooisel en mest. Ze vonden in totaal 129 verschillende pesticiden, waarbij het totale gehalte pesticiden in rundermest op de 8 biologische bedrijven 43% lager was dan op de 15 gangbare veebedrijven. Dit verschil was echter niet significant, dat kwam mede door de zeer grote variatie tussen de bedrijven.
Effecten op mestfauna en waterleven
Kuikens van weidevogels eten insecten, zoals mestkevers. De onderzoekers zagen dat naarmate het vee meer bestrijdingsmiddelen binnenkrijgt, er minder mestkevers in hun mest voorkwamen op het veld. Ook schatten de onderzoekers de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die het weiland in komen via het voer, strooisel, diergeneesmiddelen en mest. ’Als deze schattingen worden vergeleken met Europese normen lijkt het aannemelijk dat de voedselketen van weidevogels op de meeste rundveebedrijven te lijden heeft onder de gevonden chemische stoffen’, zegt Buijs.
Als de mest op het land wordt gebracht kan een deel in de omringende sloten terechtkomen, bijvoorbeeld door verkeerd sproeien, afspoeling, drainage of onderbemaling. Dat geldt dus ook voor de bestrijdingsmiddelen in die mest. De onderzoekers lieten met berekeningen zien dat de normen voor sommige bestrijdingsmiddelen al worden overschreden als er een heel klein beetje mest in de sloot terechtkomt, terwijl deze normen het waterleven in de sloten moeten beschermen.
’Wat we vooral ook hebben aangetoond is dat grote hoeveelheden stoffen in kleine concentraties voorkomen. Bij alle ecologische toetsingen die gedaan worden kijkt men alleen naar de risico’s van individuele stoffen, niet naar de optelsom van deze stoffen die samen giftige cocktails worden’, aldus Buijs. ’Wij vonden tot 45 verschillende bestrijdingsmiddelen per mestmonster.’
Kennislacunes
’De meerwaarde van dit onderzoek ligt met name in het feit dat we een route voor verspreiding van bestrijdingsmiddelen hebben blootgelegd die voorheen nauwelijks aandacht kreeg’, zegt Ad Ragas. Mede naar aanleiding van het rapport in 2019 heeft het Louis Bolk Instituut kennislacunes geformuleerd voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Recent heeft minister Staghouwer van LNV opdracht gegeven aan het RIVM om onderzoek te doen naar de concentraties bestrijdingsmiddelen in mest.
Meer weten? Neem contact op met Jelmer Buijs ( jelmerbuijs@gmail.com ), Ad Ragas ( a.ragas@science.ru.nl ) of met Persvoorlichting & Wetenschapscommunicatie via 024 361 6000 of media@ru.nl.
Literatuurverwijzing:Presence of pesticides and biocides at Dutch cattle farms participating in bird protection programs and potential impacts on entomofauna, Jelmer Buijs, Ad Ragas, Margriet Mantingh, Science of The Total Environment. DOI: 10.1016/j.scitotenv.2022.156378
Adres
Houtlaan 4
6525 XZ Nijmegen
T: +31 (0) 24 361 61 61