Geen groot verschil tussen ouderlijk gedrag moeders en vaders

Kunnen verschillen in ouderlijk gedrag, zoals sensitieve responsiviteit, worden verklaard door de mate van ouderbetrokkenheid of door de gender van de ouder? Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam observeerden met internationale collega’s het gedrag van vaders én moeders in vader-moeder, vader-vader en moeder-moeder gezinnen. ’Onze bevindingen laten zien dat moeders en vaders zorg van vergelijkbare kwaliteit bieden, en dat de meest betrokken ouders net zo goed zijn afgestemd op hun baby’s als degenen die minder betrokken zijn.’ De resultaten zijn nu gepubliceerd in Early Childhood Research Quarterly.

Tijdens de babytijd is het ouderschap erg intensief door de constante zorg die een baby nodig heeft. Dit intensieve ouderschap heeft ook invloed op de latere ontwikkeling van het kind. Het is daarom belangrijk te begrijpen waardoor de kwaliteit van ouderschap tijdens deze babyperiode wordt beïnvloed.

Er wordt al veel onderzoek naar ouderschap gedaan, maar vaak wordt dit in gezinnen met heteroseksuele ouders uitgevoerd en voornamelijk onder moeders die de voornaamste verzorgers zijn. Hierdoor is er minder goed zicht op de invloed die de gender van de ouder mogelijk heeft op het ouderlijk gedrag en de rol die de mate van ouderbetrokkenheid speelt. Om de mogelijke invloed van die factoren op ouderschap beter te begrijpen, hebben we daarom een bredere blik nodig, een die ook kijkt naar het gedrag van primair verzorgende vaders en secundair verzorgende moeders in onderbelichte gezinnen.

Observatie van het opvoedingsgedrag van 270 ouders

Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam observeerden met internationale collega’s het vroege opvoedingsgedrag van 102 primair verzorgende moeders, 45 primair verzorgende vaders, 55 secundair verzorgende moeders en 68 secundair verzorgende vaders in Franse, Nederlandse en Britse vader-moeder, vader-vader en moeder-moeder gezinnen. Alle baby’s waren verwekt met behulp van kunstmatige voortplantingstechnieken en waren gemiddeld 4 maanden oud. In het onderzoek werd gecontroleerd voor het temperament van de baby en gezinnen met tweelingen.

De onderzoekers keken in hoeverre verschillen in ouderlijk gedrag konden worden verklaard door het geslacht van de ouders of door hun mate van betrokkenheid bij de zorg. Specifiek werd gekeken naar de mate van sensitieve responsiviteit (de mate waarin ouders de signalen van kinderen kunnen lezen en daarop kunnen reageren) en opdringerigheid (de mate waarin ouders de signalen van hun kind niet volgen, en vooral hun eigen agenda leidend laten zijn) bij het voeden, spelen en baden en verschonen van hun baby’s. Uit onderzoek is bekend dat sensitieve responsiviteit van ouders een positieve invloed heeft op de ontwikkeling van kinderen, terwijl opdringerigheid juist in verband kan worden gebracht met negatieve uitkomsten.

Vergelijkbare niveaus van opvoedingsgedrag

De onderzoekers concluderen dat sensitieve responsiviteit niet kan worden voorspeld door het geslacht van de ouders, de relatieve ouderbetrokkenheid of een samenspel tussen deze. Hetzelfde geldt voor opdringerigheid in het opvoedingsgedrag, behalve bij opdringerigheid tijdens het baden en verschonen. Daar werd wel een verband gevonden met gender en ouderbetrokkenheid. ’Vaders en moeders laten dus vergelijkbare niveaus van sensitief responsief gedrag zien ten opzichte van hun baby’s tijdens het spelen, voeden en baden en verschonen, en vergelijkbare niveaus van opdringerig gedrag tijdens het spelen en voeden’, concluderen de onderzoekers. ’Ook blijken de meest betrokken ouders in dit vroege stadium net zo goed afgestemd op hun baby’s als degenen die minder betrokken zijn.’

De resultaten van hun onderzoek lieten ook zien dat contextuele factoren, zoals het hebben van een eenling of een tweeling, het temperament van de baby en het land van verblijf, gerelateerd waren aan het opvoedingsgedrag.

Praktische implicaties

’Onze resultaten hebben enkele praktische implicaties voor de begeleiding van jonge ouders’, stellen de onderzoekers. ’Ten eerste toont ons onderzoek dat zowel vaders als moeders, en primaire en secundaire verzorgers, zorg van vergelijkbare kwaliteit kunnen bieden. Ten tweede, suggereren de resultaten dat ouders van een tweeling mogelijk speciale aandacht en ondersteuning nodig hebben. Dit geldt vooral voor nieuwe ouders met een tweeling.’

Publicatiedetails

Kate Ellis-Davies, Loes Van Rijn-van Gelderen, Alice Winstanley, Katrien O.W. Helmerhorst, Bérengère Rubio, Olivier Vecho, Michael E. Lamb, and Henny M.W. Bos, 2021 ’ Parental sensitivity and intrusiveness in gay-, lesbian-, and heterosexual-parent families with infants conceived using artificial reproductive techniques: Do parents’ gender and caregiver role matter? ’ In: Early Childhood Research Quarterly.

Vragen over deze studie?