In opdracht van de Belgische minister De Sutter van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post voerden onderzoekers onder leiding van Kim Loyens van het Departement Bestuursen Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht de verkenning uit. Hun bevindingen bundelden zij in het onderzoeksrapport ’Draaideurconstructies en belangenconflicten. Een verkennende studie naar risico’s en beleidsmaatregelen op vlak van belangenconflicten na uitdiensttreding bij het federaal administratief ambt en de beleidscellen.’
Het risico op belangenvermenging bij beleidscellen en federale overheidsdiensten
Belgische ministers laten zich onder andere adviseren door beleidscellen, ook wel ’Kabinetten’ genoemd, die bestaan uit enkele tientallen medewerkers met specifieke kennis van zaken die afkomstig zijn uit ministeries, maar ook bedrijven en semioverheidsorganisaties. Soms betreft het medewerkers die korte tijd zijn ’uitgeleend’ door een private organisatie, en na hun adviesrol dus terugkeren in bedrijven en semioverheidsorganisaties. Dat houdt risico’s in op het gebied van belangenvermenging en integriteit.Ook bij hoge ambtenaren leidt zo’n overstap wel eens tot (de schijn van) belangenvermenging. Zo richtte een directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) na pensionering een consultancybedrijf op dat advies geeft aan bedrijven waar het FAVV toezicht op houdt. Ook enkele inspecteurs wisselden van kant.
Veel draaideurconstructies leveren minstens de schijn op van belangenvermenging, maar zijn wettelijk toegestaan
Het is niet tegen de wetgeving,zegt projectleider Kim Loyens,
maar dat is precies het punt. Veel draaideurconstructies leveren minstens de schijn op van belangenvermenging, maar zijn wettelijk toegestaan. Dit zorgt ervoor dat een aantal grote spelers meer invloed heeft op de beleidsvorming dan andere. Wanneer medewerkers van controle-instanties overstappen naar de privésector, kan zelfs de onafhankelijkheid van de overheid - zeker in de perceptie van burgers - in gevaar komen. Dit alles kan het vertrouwen van de burger in de overheid schaden.
Daarin is nog heel veel winst te behalen,gaat Loyens verder.
De federale overheid staat nog onvoldoende stil bij de schijn dat een bepaald bedrijf wordt voorgetrokken, of de schijn van belangenconflicten in het algemeen. De uitvoering van overheidsopdrachten is bijvoorbeeld weliswaar netjes geregeld in de wetgeving (dat moet overigens ook, vanuit de Europese Unie), maar er is onvoldoende controle op de regeling rond draaideurconstructies. Ook is er te weinig zicht op integriteitsrisico’s bij een overstap tussen sectoren en organisaties. Een risicoanalyse is nodig om na te gaan bij welke functies nieuwe maatregelen nodig zijn.
Risicoanalyse
Sommige diensten zeggen: voor ons is dat geen prioriteit. Andere willen zich er wel echt voor gaan inspannen. Sciensano (het Belgische RIVM - red.) bijvoorbeeld. Zij hebben tijdens de coronacrisis sterk onder druk gestaan en lagen onder een vergrootglas, ook wat risico’s op belangenvermenging en belangenconflicten betreft. Zij hebben op dit vlak een grote oefening gedaan om alle belangen in kaart te brengen. Zij zijn een van de uitzonderingen, maar een mooi voorbeeld hoe je dat zou kunnen doen.
De Europese Unie lijkt op het vlak van draaideurconstructies vooral te willen verstrengen. De GRECO binnen de Raad van Europa wil het liefst alles in regels en procedures vatten. Maar daardoor ga je ook heel veel dingen onwerkbaar maken en dan ga je ook de voordelen missen, zoals de uitwisseling van kennis en de flexibiliteit op de arbeidsmarkt.
In een tijd waarin vertrouwen in de overheid lijkt te dalen, moet je dat op dit vlak proberen te herwinnen.
Kim Loyens
Het gaat met name om het bewustzijn en om een cultuurverandering,benadrukt Loyens.
Misschien kan in een specifieke context een verbod of een code de oplossing zijn, maar voor het algemeen besef van mogelijke belangenconflicten en (de schijn van) belangenvermenging is in ieder geval het maken van een risicoanalyse belangrijk.
Het gaat niet alleen om de manier waarop beslissingen genomen worden, maar ook hoe dat bij de burger overkomt. In een tijd waarin vertrouwen in de overheid lijkt te dalen, moet je dat op dit vlak proberen te herwinnen.
Aanbevelingen aan de minister
De onderzoekers wijzen op het belang van bewustwording, sensibilisering en het versterken van de cultuur binnen de federale overheid op het gebied van integriteit en belangenconflicten. Zij doen daartoe diverse, concrete aanbevelingen, zoals:- Risicoanalyse. De onderzoekers adviseren onder andere een risicoanalyse te maken afgestemd op specifieke situaties in de praktijk. Dat moet leiden tot een ’best-fit’ in beleid en tot maatwerk, omdat een ’one-size-fits-all’ aanpak niet werkt bij het voorkomen en managen van belangenconflicten na uitdiensttreding.
- Kosten-baten analyse. Daarna moet een kosten-batenanalyse uitwijzen of nieuwe beleidsmaatregelen nodig of nuttig zijn. Het is daarbij van belang om een goede afweging te maken tussen het waarborgen van integriteit bij oud-medewerkers enerzijds en het recht op vrije arbeidsmobiliteit anderzijds. Bovendien zijn politieke keuzes nodig over de risico’s die zoveel mogelijk voorkomen moeten worden en welke aanvaardbaar zijn.
- Controle. Verder is het van groot belang dat er daadwerkelijk implementatie en controle plaatsvindt op alle maatregelen die bedoeld zijn om belangenvermenging na uitdiensttreding te voorkomen. Dat geldt vooral voor de draaideurclausule bij overheidsopdrachten. Het is volgens de onderzoekers essentieel dat de regels op dit vlak verduidelijkt worden, en het belang ervan benadrukt.
- Ethisch leiderschap. Ethisch leiderschap van leidinggevenden en topambtenaren is cruciaal. Zij moeten zelf integer handelen, en integriteit proactief op de agenda zetten en bespreekbaar maken. Leidinggevenden moeten openlijk hun eigen belangenconflicten en (foute) keuzes bespreken, en expliciet ruimte maken voor het leren van fouten. Dat kan eraan bijdragen dat medewerkers zich vrij voelen om hun eigen belangenconflicten te bespreken. Ethisch leiderschap zorgt ervoor dat medewerkers zich sociaal veiliger voelen, waardoor zij integriteitskwesties eerder melden in de organisatie.
Reactie van de minister
In een eerste reactie op het onderzoeksrapport laat minister De Sutter, Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post weten:Er zijn steeds meer mensen die na een carrière in de privé gaan werken voor de overheid of omgekeerd. Er kunnen belangen botsen wanneer overheidspersoneel switcht naar de privé. Deze studie brengt voor de eerste keer in kaart welke problemen er kunnen zijn en hoe je die kan voorkomen. Daar werk ik rond in de federale overheid.
Onderzoeksteam
Dr. Kim Loyens (projectleider), Jesse Bruul, BSc, Julie Huijgen, BSc.Meer weten
Wilt u meer weten? Lees dat het volledige onderzoeksrapport of neem contact op Kim Loyens: k.m.loyens@uu.nl.Download het onderzoeksrapport ’Draaideurconstructies en belangenconflicten’