Nederlandse consumenten positief over Nutri-Score op producten

Vanaf 2024 komt de zogenaamde Nutri-Score op voedingsproducten in Nederland. Deze scores (van groene A tot en met rode E) geven een visuele indicatie van de gezondheidswaarde van producten. De Europese commissie wil de scores graag in de hele EU invoeren. De Nutri-Score moet bijdragen aan gezondere keuzes van consumenten en gezondere producten van fabrikanten. Uit onderzoek van econoom Martijn Huysmans van de Universiteit Utrecht blijkt dat 90% van de Nederlandse consumenten de score kent en dat zo’n 70% voorstander van invoering is. Toch is het laatste woord er nog niet over gezegd. Er is verzet vanuit landen met unieke streekproducten die veel vet, suiker of zout bevatten. Bovendien kunnen fabrikanten de samenstelling van hun producten ’herformuleren’ zodat ze op papier gezonder lijken, maar dat niet zijn.

De Nutri-Score is nog niet officieel ingevoerd in Nederland, maar al wel op verschillende producten afgebeeld. Uit een representatieve enquête blijkt dat 70% van de Nederlandse consumenten er voorstander van is. Maar passen zij er ook hun gedrag op aan? Een deel van de mensen geeft aan die score mee te nemen in hun afwegingen en in dezelfde categorie verder te zoeken, eventueel zelfs meer te willen betalen voor een product met een betere score, aldus Martijn Huysmans van de Utrecht University School of Economics (U.S.E.).

Mensen kijken zelden of nooit op de achterkant van producten, terwijl daar informatie staat over de voedingswaarden. De Nutri-Score moet op de voorkant en is duidelijk herkenbaar, zodat je als consument makkelijker en sneller een totaaloordeel kunt vellen. De mensen die nu al wel op de achterkant keken, hebben die versimpelde score niet nodig, die kunnen zelf misschien wel inschatten of het in hun dieet past. Maar met name de mensen die dat niet doen, zou je willen helpen om informatie mee te krijgen.

Wat is de Nutri-Score?

Oorspronkelijk bedacht door een Frans team van wetenschappers, laat de Nutri-Score met letters en kleuren zien hoe gezond een product is, van groene A (gezond) tot en met rode E (niet gezond). De score is het resultaat van een algoritme waarin positieve en negatieve punten worden berekend. De positieve elementen zijn ingrediënten waarvan we bij voorkeur meer moeten eten, bijvoorbeeld eiwitten, groente en fruit. De negatieve zijn zout, vet en suiker - die we eigenlijk zouden moeten vermijden. Producten met indicatie A en B bevatten bijvoorbeeld meer vezels, groenten, fruit en noten. Feedback van Nederlandse voedingsdeskundigen heeft geleid tot een kleine herziening zodat de Nutri-Score geen tegenstrijdige boodschap zou communiceren met het Nederlandse voedingsadvies vanuit de overheid in de ’schijf van vijf’.

Blijf kijken naar het volledige dieet

Het idee is dat je aan de Nutri-Score kunt zien hoe gezond een product is. Maar je moet natuurlijk wel kijken naar wat iemand verder nog consumeert. Je moet tenslotte ook gevarieerd eten. Als je alleen maar water drinkt en fruit eet, dan is dat geen gezond dieet.

Niet bedoeld voor de vergelijking tussen verschillende categorieën

Bovendien: de scores zijn niet bedoeld voor de vergelijking tussen verschillende categorieën. ’De meeste mensen begrijpen ook wel dat het bijvoorbeeld nuttig kan zijn om twee soorten yoghurt met elkaar te vergelijken, maar niet yoghurt met ontbijtgranen. En kaas niet met koekjes. Cola niet met olijfolie. Doorgaans begrijpen mensen dat, zegt Huysmans. Je moet misschien ook niet teveel olijfolie gebruiken, maar dat wil niet zeggen dat een beetje olie in de context van een totaal dieet, ongezond zou zijn.

Streekproducten bedreigd

De Europese commissie wilde de Nutri-Score eigenlijk eind 2023 eigenlijk al in de hele Europese unie invoeren maar veel landen waren het daar niet mee eens. Zo is Italië er bijvoorbeeld sterk op tegen, vooral omdat veel van hun bekende streekproducten (Gorgonzola en Parmaham bijvoorbeeld) dan waarschijnlijk een slechte score krijgen, vanwege het veten zoutgehalte. Er dreigt nu een soort ’loopgravenoorlog’ waarin ieder land aan een eigen systeem blijft vasthouden of alleen een kleine coalitie het gaat doorvoeren.

We hebben in onze enquête ook consumenten naar die beschermde streekproducten gevraagd, vertelt Huysmans: Dus: stel je wilt parmaham kopen maar je ziet een slechte Nutri-Score, wat zou je dan doen? Sommige mensen gaan dan toch een andere ham kopen. En dat zie je ook voor Goudse kaas. Ze zeggen wel dat ze een andere ham of kaas uit die streek zouden kopen als die een betere score heeft. Maar streekproducten moeten nu eenmaal aan bepaalde regels voldoen, die kunnen hun traditionele recept niet zomaar loslaten. Het is dan ook begrijpelijk dat ze ertegen zijn.

Een argument dat vaak gebruikt wordt, is dat streekproducten minder bewerkt zijn. De toevoeging van conserveringsmiddelen bijvoorbeeld - daar waar traditionele producten zout gebruiken - wordt inderdaad niet meegenomen in het algoritme van de Nutri-Score. Ik denk dan ook dat de makers van streekproducten daar zelf meer voorlichting over moeten geven, het ’natuurlijke karakter’ meer moeten gaan benadrukken.

Gaan fabrikanten hun producten echt gezonder maken?

Consumenten kunnen mogelijk gezonder gaan eten als fabrikanten, gemiddeld genomen, al hun producten gezonder gaan maken, zegt Martijn Huysmans. Maar wat dat dus niet meeneemt, is of een product bewerkt is, of er veel toevoegingen inzitten. Bovendien: als je kritisch kijkt, moeten we wel constateren dat het algoritme om de Nutri-Score te berekenen, publiek beschikbaar is. Fabrikanten kunnen de samenstelling van producten gaan ’herformuleren’ waardoor die wel een betere score krijgen. Je krijgt bijvoorbeeld ’strafpunten’ voor vet en suiker maar er is ook een maximumaantal strafpunten. Je zou dan een van de andere elementen kunnen verminderen en toch de suikers nog kunnen verhogen. Of bepaalde e-nummers of vezels toevoegen. Op papier wordt het dan volgens de Nutri-Score gezonder maar je kunt je afvragen of het wel echt zo is.

Als je het zout en het vet uit chips haalt, houd je aardappel over. Weinig mensen gaan aardappel als snack eten.

Martijn Huysmans

We weten allemaal dat vet, zout en suiker ook lekker zijn, gaat Huysmans verder. Als je het zout en het vet uit chips haalt, houd je aardappel over. Weinig mensen gaan aardappel als snack eten, terwijl heel veel mensen trek hebben in chips. De voedingsfabrikanten weten natuurlijk wat wij lekker vinden. Het is het bekende verhaal van ketchup, waar veel suiker in zit. Als je consumenten vraagt of ze willen dat er suiker in hun ketchup zit, zullen veel van hen misschien ’nee’ zeggen. Maar veel mensen kijken ook niet naar de voedingswaarde en als je ze laat proeven, gaan ze toch sneller die ketchup met suiker nemen.

De fabrikanten weten dat ook. Die willen hun producten zo lekker en zo verslavend mogelijk maken. Ze weten ook dat ’gezonder’ helaas vaak ook gelijk staat aan ’minder lekker’. Zij willen de strijd met andere producenten niet verliezen. Nu wordt die strijd vaak op smaak gevoerd en minder op gezondheid. Met de Nutri-Score wordt het voor fabrikanten lastiger om alleen naar de smaak te kijken en moeten ze meer naar gezondheid kijken. Ik denk dat de Nutri-Score dan ook prikkels gaat geven om zout, vet en suiker te verminderen en dus globaal genomen wel tot gezondere producten zal leiden, en gezondere keuzes van mensen.

Geheel onbewerkte producten zoals groente en fruit hebben Nutri-Score A. Daarvan zouden mensen sowieso meer moeten eten. Daar zou een btw-verlaging op die producten ook bij kunnen helpen. De combinatie van een prijsmaatregel en een voorlichtingsmaatregel kan elkaar misschien versterken.

Meer weten

Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Martijn Huysmans: m.huysmans@uu.nl.

Of lees het artikel ’Meeste consumenten vinden Nutri-Score nuttig’ op ESB:

Ga naar het artikel op de website van ESB